20 juni 2018


Nou keek ik altijd al veel TV, maar toen ik ziek werd ging ik pas echt los. Naast 'verantwoorde' programma's zoals quizzen, praatprogramma's en documentaires kwamen er ook echt veel foute dingen voorbij.
Dingen waar je vervolgens wel naar blijft kijken.

Zo keek ik dagelijks naar Say yes to the dress. Vrouwen  komen naar een bruidszaak om hun trouwjurk te zoeken, in gezelschap van familie, vrienden, buurmeisjes, vaders. 

Dat gezelschap zit soms met bordjes de jurken te beoordelen, vaders strijken met de hand over het hart als het budget ruim wordt overschreden. Personeel probeert de bruid te beschermen tegen al te botte kritiek. De versie met jurken voor de bruidsmeisjes is nog vele malen erger.

Of Million Dollar Listing, over arrogante mannetjes die huizen verkopen aan rijke mensen in New York, of LA en elkaar constant af willen troeven. Ik heb helemaal geen interesse in koopwoningen. Of in arrogante mannetjes.

Ook ging ik opeens kijken naar medische programma's, zoals 24h in A&E (spoedeisende hulp in Londen) en Behind Closed Doors (Londense huisartsenpraktijk). Prachtige kijkjes achter de schermen zoals ik die als patiënt ook had gekregen. Ik kreeg er een nog grotere bewondering voor artsen en verpleegkundigen die hun werk met zoveel toewijding uitvoeren. Bewondering voor patiënten die zo moedig en positief omgaan met tegenslagen. En zulke mooie verhalen, en innige liefde tussen mensen. 

Verder veel seizoenen Masterchef, zowel uit Australië, Nieuw Zeeland als Amerika. Een kookprogramma waarin amateurs in een wedstrijd met de meest uiteenlopende opdrachten de meest geweldige gerechten neerzetten. De Amerikaanse versie is stom. Gordon Ramsey zit daar in de jury terwijl hij geen Amerikaan is. De kandidaten zijn enorm competitief en kraken elkaar af. Nee, dan Australië, vol leuke mensen. Een jury die de kandidaten ook echt iets wil leren. Uitgesmeerd over heel veel weken, dus alle tijd om te zien hoe gerechten lukken en mislukken. Inmiddels worden seizoenen waar ik 2 jaar geleden mee begon al weer herhaald, en door mijn slechte geheugen weet ik toch niet meer wie er gewonnen heeft.

Een quilty pleasure: vanaf het begin van dit jaar wordt de Australische serie McLeod's Daughters weer uitgezonden. Het verhaal gaat over zussen Claire en Tess op een boerderij, alleen gaat Claire dood en zit Tess nu in Argentinië. En dan hebben we ook nog de buurjongens Nick en Alex. Ik zag het ooit als puber. Alsof je een meisjesboek leest, heerlijk. En sinds kort gevolgd door nog meer Australisch jeugdsentiment: Flying Doctors met dokter Tom, Vic & Nancy in de bar en de romance tussen dokter Geoff en verpleegster Kate.

Wat ik nauwelijks hardop durf te zeggen is dat ik ook ging kijken naar Utopia. Dat is echt geen pleasure te noemen. Tenenkrommende televisie. En toch keek ik iedere avond. Mensen die op een terrein gaan leven met het idee daar een utopia van te maken. Maar in plaats van een betere wereld te realiseren maakten ze alleen maar ruzie, en bleek het grotendeels in scène gezet door de makers van het programma. En toch bleef ik kijken. Ik hield mezelf voor dat de groepsprocessen interessant zijn, dat domme tv ook kan ontspannen. Maar ik zat me alleen maar te ergeren. Ik was blij toen bekend werd dat het programma zou stoppen. Maar toen kwam er een doorstart, op een nieuwe plek, met nieuwe mensen. Zij maakten echter nog sneller ruzie, over eten, over regels, over geld. Niet in staat een stap terug te zetten en eerst eens te praten over wat ze willen opbouwen en wat ieders taak daarin zou kunnen zijn. Over groepsbelangen. De wereld in het klein. En toch keek ik weer, iedere avond. Ergernis-tv.

Deze week heb ik de knop omgezet. Er zijn al genoeg andere dingen om me aan te ergeren. Ik heb de afleveringen die ik opgenomen had maar nog niet bekeken ongezien verwijderd. Even afgewacht of ik het zou missen, wat natuurlijk niet het geval is, en daarna de opnameknop voor alle afleveringen uitgezet. Cold Turkey. Nu maar werken aan mijn eigen utopia.