Dogtroep

Dogtroep was een Nederlandse theatergroep die van 1975 tot 2008 meer dan 250 verschillende voorstellingen en projecten maakte. De groep heeft door de jaren een totaal eigen werkwijze ontwikkeld, die over de hele wereld navolging heeft gevonden. Zij zijn hét voorbeeld van het genre locatietheater.

Dogtroep werd in 1975 door onder andere Warner van Wely opgericht uit protest tegen de ontoegankelijkheid van de reguliere kunstvormen. Er werd een eigenzinnige vorm van theater ontwikkeld. Beeld en muziek stonden hierbij centraal, tekst speelde nauwelijks een rol.

Artistieke grondprincipes

  • Het werk was interdisciplinair: beeld en actie mengden zich voortdurend; alle medewerkers werkten in alle disciplines ongeacht hun achtergrond. Kenmerken van de optredens waren: ruwe materialen, inventieve constructies, groteske kleurrijke figuren, percussie en kopermuziek, nadrukkelijk gebruik van water en vuur.
  • De groep werkte als een geleid collectief. De medewerkers waren in hoge mate autonoom, maar de artistiek leider droeg uitgangspunten aan, hakte knopen door en bracht de verschillende elementen samen.
  • De optredens waren afgestemd op de situatie: de architectuur van de speelplekken en het daar aanwezige publiek waren belangrijke uitgangspunten voor de voorstelling.
  • De optredens waren "landschappelijk". Het publiek keek rond. Er werd geen vaste betekenis gedicteerd.
  • Spelers, musici en technici vormden gezamenlijk het theaterbeeld waarbinnen er voortdurend niveauverschuivingen waren waarin technici of muzikanten de centrale actie overnamen van de spelers en vice versa.
  • Het spel werd niet vastgelegd in een repetitieproces. Binnen een zorgvuldig uitgewerkt scenario van acties en cues was elke speler vrij te reageren op onverwachte gegevens van het moment.

In de beginjaren vonden ze bijzondere plekken voor hun werk: in gangen, trappenhuizen, caféruimtes, op pleinen, straten, gevels, en in etalages. Met behulp van subsidie kon Dogtroep professionaliseren. De buitenvoorstellingen werden groter, voor een publiek van 500 tot 800 man. Ze werden gevraagd op alle grote Europese festivals. Met nog meer subsidie werden ze nog groter. De groep richtte zich enkel nog op grootschalig flexibel werk. De zomervoorstellingen werden per keer speciaal voor de plek ingericht voor een publiek van 400 tot 700 man. De stukken werden niet meer vanuit losse act of scènes opgezet. Op het laatst werd er alleen nog op bijzondere plekken gespeeld, bijvoorbeeld in de kleine straatjes van het UFA-gelände in Berlijn, op de Hofvijver in Den Haag, en op een groot vierkant grasveld tussen hoge bomen in Moskou. 's Winters maakte de groep binnenvoorstellingen op bijzondere locaties. Voorbeelden zijn Verdachte Menuetten in 1987 in de Martinuskerk in Utrecht en Sterk Water in 1988 in de Cinetone Filmstudio's Amsterdam.

Na het vertrek van Warner van Wely in 1990 veranderde Dogtroep haar koers. De artistieke leiding werd overgenomen door Threes Schreurs, de zakelijke leiding kwam in handen van Han Bakker. Dogtroep stelde zich open voor nieuwe principes in het ontwikkelen van voorstellingen. Er werd voortaan echt op locaties gewerkt met een langere voorbereidingstijd, in plaats van een voorstelling op een locatie aan te passen of te monteren uit bestaand materiaal. Ook ging men werken met acteurs en externe regisseurs en ging Dogtroep coproducties aan. Het werk werd verhalender en kreeg een meer dramatische benadering, zonder zich overigens aan de wetten van de logica of op dat moment heersende toneeldramaturgie te houden. De projecten werden grootschaliger, en in langere series dan voorheen gespeeld. Deze schaalvergroting bracht met zich mee dat de kunstenaars van Dogtroep zich gingen specialiseren. De keuze om over te gaan op betalend publiek op tribunes heeft het gezicht van Dogtroep definitief veranderd. Het publieksbereik werd hierdoor enorm vergroot en de media-aandacht groeide mee. Dogtroep werd bekend bij brede lagen van de bevolking. Het gezelschap trok van oude fabriekshallen naar watervlaktes, van zandstranden naar sneeuwhellingen. 

 


In augustus 1994 speelde Dogtroep een maand lang Noordwesterwals, op een scheepshelling van de voormalige NDSM-scheepswerf in Amsterdam-Noord. Het team dat deze voorstelling maakte was – zoals gebruikelijk bij Dogtroep – internationaal samengesteld en bestond uit 30 medewerkers. 

Noordwesterwals was een spectaculaire voorstelling met 1,2 miljoen liter water in de hoofdrol. 

 

Dogtroep had in de jaren negentig elf vaste medewerkers. De kerngroep werkte veelal samen met een groep van ca. tien "vaste" freelancers die regelmatig bij de grote projecten werden betrokken. Daarnaast deed er per productie een variërend aantal kunstenaars mee uit diverse disciplines. In het buitenland werd de groep altijd aangevuld met lokale kunstenaars. De projecten werden op locatie ontwikkeld. Dogtroep begon haar voorstellingen zonder een vooraf vaststaand verhaal. De locatie en de individuele creativiteit van de medewerkers waren het uitgangspunt. Het werk varieerde van intieme binnenprojecten tot grote buitenspektakels. Jaarlijks maakte Dogtroep in de wintermaanden een periode vrij voor onderzoek, resulterend in kleinschalige presentaties in de eigen werkplaats in Amsterdam-Noord. In dit 'Dogtroep-laboratorium' was ruimte voor jong talent, en voor experiment en verdieping.

In maart 1998 werd Dogtroep door het noodlot getroffen, toen acteur Wieger Woudsma en lichtontwerper Marco Biagioni, medewerkers van de vaste kern, verongelukten. In de daaropvolgende herfst verlieten negen van de elf leden van de vaste kern het gezelschap, onder wie de artistiek en zakelijk leider.

Het nieuwe artistieke hart werd gevormd door de derde generatie kunstenaars uit de Dogtroepfamilie, mensen die jarenlang als freelancer betrokken waren in combinatie met enkele medewerkers van het eerste uur. Oudgediende Titia Bouwmeester werd artistiek leider en Henk Keizer wordt verantwoordelijk voor de zakelijke leiding. 

De groep spitste zich toe op 'levende locaties'. Geen verlaten fabriekshallen maar plekken waar maatschappelijke ontwikkelingen voelbaar waren. Plekken die een bron waren van verhalen van mensen die er woonden en werkten, waar actuele sociale, economische en morele vraagstukken aan de oppervlakte kwamen. Behalve ruimtelijke en technische mogelijkheden boden deze locaties inhoudelijke aanknopingspunten. In de voorstellingen werd gespeeld met actuele thema's die onlosmakelijk verbonden waren met de plek. Dogtroep koos voor uitgesproken locaties, waar het gevoel van de voorstelling verankerd lag in het karakter van de plek, zoals het betonnen vacuüm van de gevangenis in Brugge of de glazen grensovergang in de passengers terminal in Amsterdam. Locatievoorstellingen kwamen tot stand door samenwerking met maatschappelijke partners: het ministerie van justitie, projectontwikkelaars.

 

foto's van de voorstelling bij de Leidsche Rijn, gemaakt voordat de tienduizenden woningen werden gebouwd.
Prehistorische en toekomstige personages vechten voor hun perceel. 


De werkwijze van Dogtroep bleef grotendeels ongewijzigd. De voorstellingen werden ontwikkeld op locatie door een eigenwijs en strak georganiseerd team van beeldend kunstenaars, muzikanten en acteurs. Iedereen werkte vanuit eigen fascinatie en vakmanschap aan beelden, muziek, techniek en scènes. Vervolgens werden die gemonteerd tot een voorstelling. Voorafgaand aan grote voorstellingen werd in laboratoriumprojecten geëxperimenteerd met beelden, muziek en personages. Op basis daarvan ontstonden eerste verhaallijnen die richting gevend waren voor het vervolg.

De derde generatie Dogtroepers verweefde oude en nieuwe (media)technieken tot een poëtische theatertaal. Muziek en beeld bleven de belangrijkste ingrediënten. In de voorstellingen werd geëxperimenteerd met theatrale toepassingen van camera(s), monitors en projecties.

Door een drastische verlaging van de structurele subsidie en interne onenigheid in 2004 moest Dogtroep reorganiseren. De voltallige artistieke staf werd ontslagen. Rond een kleine productionele kern begon Dogtroep een nieuwe groep van freelance kunstenaars op te bouwen. Daarbij werd gewerkt met een enkele ervaren Dogtroepmakers en veel jong talent. Daarbij wilde Dogtroep een platform zijn voor groepen die te weinig gehoord werden, zoals jonge asielzoekers en bewoners van achterstandswijken. Ook de samenwerking met andere organisaties kreeg extra aandacht nu de groep zelf kleiner was geworden. In 2008 werd bekend gemaakt dat Dogtroep eind dat jaar zou stoppen. 


Ervaring

Verhaal van lichtontwerpster Isabel Nielen over het maakproces van o.a. Noordwesterwals:

Als lichtontwerper was het zaak zeer betrokken te zijn bij de ontwikkelingen van karakters, beelden en kostuum. Juist door met zijn allen in het maakproces te zitten, konden we het licht integreren op een manier die in een normale theatersituatie vrijwel nooit aanwezig is, dan werken de verschillende disciplines apart van elkaar in verschillende tijdslijnen.

In Noordwesterwals zaten in de kostuums van twee spelers hele kleine flexibele lampjes waardoor de gezichten van de acteurs werden aangelicht. Ook gebruikten we bewegende volspots. Dat waren in zwart geklede technici met een autokoplamp op hun buik en een accu aan hun riem waardoor we op de vreemdste plekken toch licht konden krijgen. De huilende lamp, waar water uit druppelde, het koppige peertje dat niet uit wilde. Het laser plafond aan het eind van Atom Tattoo waarin de hoofdpersoon boven je hoofd wegzwom. De helium ballon in Carré die het publiekslicht verzorgde. Het zaallicht ging uit doordat het publiekslicht (ballon) daadwerkelijk de zaal verliet door de toegangsdeur. De eigenwijze lamp die steeds weer door de vloer heen zijn licht opstak. Er zijn tientallen voorbeelden te noemen van licht dat meer was dan alleen een lamp op een percentage.

Al deze lichtbeelden waren niets geweest als er geen scène, acteurs, of spelmomenten waren geweest die de ideeën tot leven brachten. Met andere woorden, veel licht plannen stierven omdat ze binnen het groepsproces van het maken van de voorstelling geen partner, beeld, of moment konden vinden. De beste ideeën waren de ideeën die als vanzelf binnen de groep gingen leven, rond gingen van acteurs, naar kostuum, naar regie, naar techniek. Als dat gebeurde wist je zeker dat het idee ook daadwerkelijk tot leven zou komen.

Op deze manier omgaan met licht was ook alleen maar mogelijk bij Dogtroep omdat iedereen vanuit dezelfde verwondering over de wereld waarin wij leven een voorstelling wilde neerzetten die dwars door de realiteit heen schoot naar een wereld van fantasie, gevoel en emotie en met hetzelfde gemak weer terug schoot naar het nu.


Video

korte film over voorstelling Noordwesterwals

fragment voorstelling in Leidsche Rijn

compilatie van voorstellingen tussen 1993 en 1997

fragment voorstelling To be to not be


Inspiratie

Helaas heb ik maar twee voorstellingen van Dogtroep gezien. Noorderwesterwals en de voorstelling in Leidsche Rijn. Met name die eerste vond ik een geweldige ervaring. Dans, humor, muziek, techniek, energie, details, grote vindingrijkheid, het kwam allemaal samen. Wat een feest moet dat zijn geweest om deel uit te maken van dit creatieve proces. 


Bronnen