3 maart 2019


In twee dagen heb ik een familiestamboom opgezet en ben ik in de 15e eeuw beland. Voor mij ontvouwt zich een web vol onbekende namen, namen van mensen waaruit ik uiteindelijk voortkom. Het is magisch om dat te beseffen. 

Ik kom op het idee na het zien van het programma Verborgen Verleden. Welke familie ook, er zijn altijd bijzondere verhalen te vinden. Dus ga ik ook op zoek, ik realiseer me dat er nu nog familie leeft waar ik vragen aan kan stellen.

Eerst verzand ik in het kiezen van het programma waar ik de gegevens in ga verwerken. Ik probeer er een aantal uit, daardoor kom ik erachter wat ik wil en daar kan ik mijn keuze op baseren. Het wordt FamilySearch, omdat je daarin de stamboom zo mooi kunt visualiseren. 

In OpenArchieven ga ik op zoek naar gegevens. Hierin staat informatie uit bevolkingsregisters. Geboorte- en huwelijksaktes, overlijdensberichten, informatie over lintjes. Daarna typ ik de eerste namen in, die van mij, mijn broer en zus, mijn ouders. Ik krijg geen vermeldingen en word al weer meteen chagrijnig. Leuk idee hoor, maar het zal wel weer niet werken. Dan voer ik de namen in van een eerdere generatie, mijn opa en oma van zowel vaders- als moederskant. En dan verschijnt de eerste informatie. Er zijn door die registers en door andere mensen die ook stambomen maken al veel mensen aan elkaar gekoppeld zodat je soms voorstellen krijgt voor ouders, partners of kinderen. Soms staan er beroepen achter namen, zoals dienstmeid, of lichtopsteker. En regelmatig staan er ook scans van aktes, waardoor ik nu een kopie heb van de geboorteakte van mijn opa en oma en een bewijs van de uitreiking van een lintje aan mijn opa. Dan stuit ik op een bijzonder verhaal, over de broer van mijn opa van vaderskant.

Tot 1933 was hij schipper, hij voer op een rijnaak van IJmuiden naar Duitsland. Toen werd hij ziek en moest hij een hersenoperatie ondergaan. In 1937 behaalde hij zijn HBS diploma en werkte als administratief medewerker en boekhouder bij de Rotterdamse politie. Op 23 januari 1945 is hij gearresteerd, als politiek gevangene, hij zat in het verzet. Ik lees op een scan zijn signalement: 'littekens achterhoofd van oor tot oor, van borst tot buik, van buik tot blindedarm en in de hals van klieren'. Na zijn arrestatie is hij op transport gesteld naar Amersfoort, daarna naar Duitsland. In het register van overlijden van vermisten staat zijn naam.

Wat me het meeste raakt in dit verhaal is dat deze man in mijn huidige woonplaats is geweest, onder vreselijke omstandigheden. Ik ben daar geweest, in Kamp Amersfoort. Er is niet veel terug te vinden van die tijd, een wachttoren, een lang pad tussen hoge bomen waar gevangenen liepen voor ze aan het einde werden gefusilleerd. De rest is vernietigd, maar wordt de komende jaren wel weer opgebouwd. Hoe anders voelt die plek nu, nu ik weet dat een klein stukje van mijn DNA daar ook verbleef.

In de breedte zijn er nu heel veel namen. Links sta ik, rechts staan mensen uit een heel erg ver verleden. De komende periode ga ik de diepte in, praten met familie, speuren naar details, op zoek naar meer bijzondere verhalen. 

Vandaag las ik een bericht van iemand die een gesprek had gehad met een familielid. Ze kwamen er al pratende achter dat opa en oma ondanks hun eigen wensen nooit de gelegenheid hadden gekregen om te gaan studeren, vanaf hun twaalfde moesten ze beiden meehelpen in de winkel. De rest van de familie heeft hier een belangrijke les uit getrokken: alles uit het leven halen. Ze eindigt haar bericht met het inzicht dat bepaald gedrag al generaties wordt doorgegeven. En dat de vraag die je zou moeten stellen is of het vrij of onvrij gedrag is. 

Ik ben benieuwd of ik mij, door in mijn familiegeschiedenis te duiken, ook zal kunnen bevrijden.