En opeens sta ik op de houten trap de kalklaag van het plafond te stomen.
De donkere tinten in mijn hoofd hebben plaats gemaakt voor een verblindend kleurenpalet. In de energie die dit met zich meebrengt zie ik mezelf dingen doen die ik niet voor mogelijk had gehouden.
Ik begin met intermittent fasting, drie maaltijden eten in een tijdsbestek van acht uur, daarbuiten neem ik niets tot mij.
Een week later combineer ik het met koolhydraatarm eten en er gaat een wereld van gezond voedsel voor me open. Zie mezelf zomaar broccolimuffins maken. Of pannenkoekjes maken van ei en geprakte banaan. Ik houd een lijstje bij met de resultaten. Wisselend, maar toch iedere week minder last om mee te dragen.
Daarnaast begin ik met een klus die me al jaren ondoenlijk leek.
Het verwijderen van de vergeelde onoverschilderbare laag van het plafond in nagenoeg mijn hele huis. Het is geen keuze. Op een dag bevind ik mij op de houten trap uit mijn ouderlijk huis en houd het behangafstoomapparaat tegen het plafond in de werkkamer waardoor de laag loslaat.
Soms laten dingen erg makkelijk los. Sommige mensen ook. Ik zie het zeer recent, zeer dichtbij gebeuren. Hoe een leven er na enkele eruit getrokken woorden zo abrupt zo pijnlijk anders uit kan komen te zien.
De kalklaagdeeltjes dwarrelen als sneeuwvlokken op de grond. Ik vraag me regelmatig af waaraan ik ben begonnen. Kort erna arriveren de hulptroepen. Het plafond wordt gewit, evenals de muren en het houtwerk.
Ik wil een meer volwassen huis. Meer wit, alsof ik zo de spinraggen in mij kan verjagen. Er komt een nieuwe oude kast, ooit nog door mijn opa gemaakt. Zijn handen hebben dit hout beroerd, zijn sigarenrook zal langs de glazen ruitjes zijn gestreken.
Ik zet door en verf ook alle deuren in de gang wit. Gooi spullen weg. Breng andere spullen naar de kringloop. Vervang ze. Verf de badkamer wit. Er komen barstjes in mijn eigen cement. De rommel om me heen maakt me onrustig. Het steeds verplaatsen van inboedel van de ene naar de andere ruimte. Ik kan slecht tegen veranderingen, ook als ik ze zelf in gang heb gezet. Ik kan nog slechter tegen veranderingen die door een ander in gang zijn gezet, veranderingen waar ik alleen maar machteloos naar kan kijken.
Oude kleurrijke lagen worden blootgelegd door de ruwe beroering met schuurpapier en worden vervolgens verstopt onder een volwassen laag wit. Voorbereidingen worden getroffen voor een volgende ruimte. En zo bevind ik mij nu in een nagenoeg lege echoënde woonkamer. Al mijn boeken opgestapeld in kratten rond mijn bed, de kasten ontmanteld in de tuin.
Nu de euforie is verbleekt is het stabiele midden nog niet gevonden. Maar de komende week sta ik wel weer op die trap in een sneeuwbui van kalk. Soms kun je beter even niet zijn, maar doen.