2023 Villers-Faucon (Frankrijk)

De zeurzusjes gaan internationaal! Mijn zus gaat een week naar Frankrijk en heeft gevraagd of ik voorafgaand aan die week samen in een huisje wil zitten. We kiezen voor een plek die op één dag te bereiken is, in Villers-Faucon. Dit dorp ligt in het Franse departement Somme en telt 625 inwoners. De naam van het departement is ontleend aan de rivier de Somme, die door het gebied stroomt. De regio staat onder meer bekend om de enorme veldslagen die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben plaatsgevonden. In 1916 vond bij Péronne de Slag aan de Somme plaats. Bij deze slag kwamen meer dan een miljoen mensen om het leven. Bij ieder dorp tref je wel een begraafplaats aan met de kenmerkende witte kruizen. Maar wij waren 5 jaar geleden nog in Ieper, dus laten deze geschiedenis aan ons voorbij gaan. Een deel van onderstaande foto's is gemaakt door mijn zus. Ik plaats ze omdat ze beter zijn, met haar toestemming. 

Dag 1 

Ons huisje voor deze week, de ruimte links van de voordeur. Prima plek met een moderne keuken en badkamer, en twee slaapkamers. De vriendelijke eigenaren wonen ernaast. 's Nachts rijden rammelende vrachtwagens door het uitgestorven dorp, dat is even wennen. Maar verder een aangenaam verblijf.

wantsen in de hibiscus in de tuin


Dag 2

Het vakantiegevoel begint te komen. Hoe heerlijk is het om over de vele Franse landweggetjes te rijden. Ik rij zelf alleen automaat, en we zijn hier met een schakelauto, maar ook als bijrijder is het genieten. De glooiende landbouwvelden, de cirkelende roofvogels en af en toe een dorp met kerktoren. Na een bezoek aan het bakkertje een dorp verderop rijden we naar Fonsomme. Hier ontspringt de Somme, deze mondt uit via de Baai van de Somme in het Kanaal. De Somme is tussen 1770 en 1843 aangepast om het scheepvaartverkeer te faciliteren. In 1880 is het kanaal verruimd om geschikt te worden voor grotere schepen. De rivier is deels gekanaliseerd. Historisch is de rivier van betekenis aangezien zij gezien kan worden als de natuurlijke (historische) grens tussen Frankrijk en Vlaanderen.

We maken een wandeling stroomopwaarts, vanaf de bron van de Somme. Een mooi rustig groen gebied.

begraafplaats van Fonsomme

Ik ben niet de enige die graag over begraafplaatsen rondloopt, zus houdt er ook van. Verderop, in Lesdins, bezoeken we er nog één. Ik hou van de rommelige aanblik, in tegenstelling tot de vaak nette geordende Nederlandse kerkhoven. De dramatiek van de beelden, foto's en verschillende gebruikte materialen. 

begraafplaats in Lesdins

Op weg naar huis rijden we langs het Musée du Touage bij Riqueval. Touage betekent slepen. In 1802 startte onder Napoleon I de bouw en in 1810 werd de tunnel geopend door Napoleon Bonaparte. De scheepsvaarttunnel van Riqueval heeft een lengte van 5670 meter, en is gebouwd om het de schepen op het kanaal van Saint-Quentin mogelijk te maken naar het Somme bassin of de Schelde te gaan.

De tunnel was lang en donker en oorspronkelijk moesten schepen er door gejaagd worden. Dit gebeurde aanvankelijk met mankracht, zeven á acht mannen trokken in twaalf tot veertien uur een schip door de tunnel. Later werd dit met mijnpaarden (die gewend waren aan het donker) gedaan, wat de jaagtijd belangrijk verkortte tot zo'n zes á zeven uur.

In 1864 kwam er een door stoommachine aangedreven sleepboot. Ondanks de ventilatiegaten in het dak van de tunnel, leidde dit tot verstikkingsproblemen door de rook, een keer zelfs tot de dood van alle opvarenden van een konvooi.

Vanaf 1910 kwam een elektrische trolleysleepboot in gebruik. Tot 1985 trok deze de schepen door de tunnel van Riqueval. Het is tegenwoordig de enige tunnel waar de schepen door middel van een zogenaamde toueur (lier) door de tunnel worden gesleept, met een gemiddelde snelheid van 2,5 km/u. 


Dag 3

Een uur rijden naar het westen ligt Amiens, de hoofdstad van het departement. De schrijver Jules Verne bracht hier een groot deel van zijn leven door en ligt er begraven. Een citaat: ‘Omdat mijn vrouw het zo wenst, vestig ik me in Amiens: een nette, verstandige, gelijkmoedige stad, met vriendelijke en geleerde bewoners. We zijn niet ver van Parijs, dichtbij genoeg om z’n echo te horen, zonder de ondraaglijke herrie en de steriele drukte.’

In de stad staat een indrukwekkende kathedraal, gebouwd van 1220 tot 1288. Die korte bouwtijd komt grotendeels door de rijkdom van Amiens. De bouw van de kathedraal werd gefinancierd met de opbrengsten van de wedeteelt, dat gebruikt werd voor de vervaardiging van pastel, om stoffen mee te verven. Deze Notre-Dame staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco. 

Een indrukwekkende kathedraal met prachtige glas-in-loodramen, bijzondere patronen op de grond en de gotische beeldhouwkunst, de 765 beelden die de gevel sieren. 

De wijk Saint-Leu is een oude industriewijk en werd opgebouwd in de 11e eeuw. Bisschoppen lieten een molen bouwen, welke ze voor veel geld konden verhuren aan ambachtslui. De molen werden voor allerlei activiteiten gebruikt. Niet alleen voor olie of graan, maar ook voor smederijen. De wijk stond ook bekend om de textiel. Er waren hier leerlooierijen, weverijen en het textiel werd hier geverfd.

Later kwam de handel stil te staan en verloederde de wijk. In de jaren ’80 en ’90 werd de wijk opgeknapt en gerestaureerd. De wijk heeft nu een schilderachtig karakter met allerlei kleurrijke huisjes. Niet voor niets wordt deze wijk ook wel het Venetië van Amiens genoemd.

We lopen naar de Hortillonages. De naam is afgeleid van het woord hortillon, wat staat voor kleine tuin. 
Zoals gezegd kreeg Amiens de kathedraal mede door de rijkdom die het met de teelt van wede wist op te bouwen. Die wede groeide in een bijzonder waterrijk gebied ten noorden van het centrum van Amiens, de hortillonages. Ook werd er hier de nodige groente en fruit verbouwd voor de inwoners van de stad. Je kunt het moerasachtige gebied dat bestaat uit kleine volkstuinen, die van elkaar gescheiden zijn door middel van smalle kanaaltjes, verkennen met een bootje. Bij de balie horen we dat we nog zo'n 2 uur moeten wachten op de volgende boot, daar hebben we geen zin in. 

Mogelijk is het deze teleurstelling, of de bewolkte lucht die zelfs het kleurrijke Saint-Leu grijzer doet lijken of de lunch die anders is dan we hadden bedacht. Maar Amiens valt me wat tegen. Ik had me verheugd op een levendige stad, met pleintjes vol gevulde terrassen en meer imposante gebouwen dan alleen de kathedraal.  

Le belvédère de Sainte Colette


Dag 4

De volgende dag beginnen we op de gezellige markt van San Quentin, op ongeveer 30 minuten rijden vanaf ons vakantieverblijf. Nadat de stad in 1914-1918 vrijwel geheel was verwoest werd tijdens de wederopbouw in de jaren twintig een groot aantal gebouwen in art-decostijl opgetrokken. 

Daarna bezoeken we de rooms-katholieke basiliek. Met de bouw van de kerk werd begonnen aan het einde van de 12e eeuw en de bouw werd 300 jaar later gestaakt. De oorzaak van deze lange bouwperiode moet worden gezocht in oorlogen, epidemieën en financiële tegenslagen. 

We boffen: de organist is aan het oefenen. Zijn klanken vullen de ruimte, de emoties van de muziek worden over ons uitgestort. Ik ben ontroerd, het brengt me even heel dichtbij mijn vader.

We rijden terug naar het Musée du Touage bij Riqueval, waar we maandagmiddag ook even waren. Dit keer om er een wandeling te maken langs het kanaal. Het pad voor ons is bezaaid met Atalanta-vlinders die hun vleugels warmen aan de zon. 

Op het einde van de wandeling horen we een flink gekraak boven ons. We duiken ineen, ik kijk op en zie een prachtige grote uil voor ons uitvliegen, waarschijnlijk een oehoe. Natuurlijk vergeet ik op dat moment een foto te maken, wel stoot ik mijn zus nog even aan.  


Dag 5

Een regenachtige dag, en we zijn wel toe aan een beetje rust. We rijden een kwartier westwaarts, naar Péronne. Natuurlijk bezoeken we ook hier weer even de kerk, de Église Saint-Jean-Baptiste, en daarna de stadswallen.

Ook een uitgelezen dag om langs te gaan bij de Emmaus, een grote kringloopwinkel met prachtige betaalbare houten meubels en de Gamm Vert, met diverse tuinbenodigdheden.


Dag 6

Nog steeds regenachtig, op deze laatste dag samen, maar er schijnen opklaringen aan te komen dus gaan we lopen bij Le Belvédère de Vaux, bij Éclusier-Vaux. 

Chapelle

De wandeling voert over een smal en vooral glad pad. Best spannend, regelmatig voel ik mijn voeten wegglijden en behalve mijn zus is er niets om me aan vast te houden. En als je hier naar beneden glijdt val je best diep. Toch een hele bijzondere ervaring.

Dit zijn allemaal foto's van dezelfde paddenstoel: het Hazenpootje, in verschillende stadia. De hoed is klein en van de zijkant gezien ovaal in het vroegste stadium. De smalle capsule-vormige hoed van jonge exemplaren van de hazenpootinktzwam is dicht bezet met witte haren, die niet opvallen als de hoed nat is. Bij rijpheid, slechts enkele uren later, is de hoed vrijwel kaal, in het midden vlak uitgespreid en de rand is sterk naar boven en naar binnen gekruld. Als de sporen rijp worden vervloeien de plaatjes tot een zwarte 'inkt', net als bij andere 'inktzwammen'. 

kapel buiten Curlu

Verlekkeren aan al die leuke spulletjes voor weinig bij de Supermarché met van die lange rijen met tig soorten van 1 artikel, ongeschikt voor iemand met keuzestress, en de heerlijke leuk verpakte taartjes van de bakker.

Nog een avondwandelingetje door het dorp en een tafel vol Franse lekkernijen.


Dag 7

Zus rijdt door naar haar volgende bestemming en ik ga met de trein naar huis. De wegen van de zeurzusjes scheiden voor nu, helaas. Het was heel fijn om weer in het buitenland te zijn. Wie weet rijden we hier samen nog eens over die leuke Franse weggetjes, misschien zelfs wel met mij achter het stuur.