Noord-Holland

Mijn eerste echte tieltocht alleen met de auto waarbij ik meerdere plaatsen aandoe. Best spannend. Ik maak gebruik van deelauto's, er staan er meerderen in mijn stad. Per keer bekijk ik hoeveel kilometers ik af ga leggen en welke auto daar het beste bij past. Ik huur elektrische automaatauto's, en die hebben elk een eigen actieradius, ofwel het aantal kilometers die je kan rijden zonder te (snel)laden. Ik zorg altijd wel dat ik weet waar onderweg een snellaadstation is, just in case. Vandaag maak ik een reisje langs wat plaatsen in Noord-Holland die, om uiteenlopende redenen, al langere tijd op mijn lijstje staan.

 

Eerebegraafplaats Bloemendaal

De mensen die mij kennen weten dat ik graag begraafplaatsen bezoek. Ooit zag ik een foto van een begraafplaats in de duinen, en die probeerde ik terug te vinden. Ik ben niet helemaal zeker dat dit degene van de foto is, maar het is sowieso een bijzondere plek om te bezoeken. 

Al tijdens de bezetting was bekend dat de nazi’s verzetsstrijders executeerden in de duinen. Omdat de duinen verboden terrein waren, onder meer omdat het gebied tot de verdedigingslinies van de Duitsers behoorde, was er verder niets over deze terechtstellingen bekend. Ook was dus niet bekend of de gefusilleerden al dan niet in de duinen waren begraven.

Dat slachtoffers daadwerkelijk een graf in de duinen hadden gekregen, werd al meteen in mei 1945 duidelijk. In Amsterdam werd kort na de bevrijding een begrafenisondernemer gearresteerd die belast bleek te zijn geweest met het in de duinen begraven van geëxecuteerden. De begrafenisondernemer kende de locaties waar hij de doden had begraven uit zijn hoofd, en tijdens de oorlog had hij bovendien notities gemaakt over de begraafplaatsen in de duinpannen. Eind juli waren op zes plaatsen in de duinen in 45 grafkuilen de stoffelijke resten gevonden van in totaal 422 gefusilleerde personen. 105 van hen waren in de duinen vermoord, de overige 317 elders in Noord-Holland.

De opgraving van deze slachtoffers en de wens hun een eervolle laatste rustplaats te geven, leidden tot de aanleg van de Eerebegraafplaats. Boven de poort staat: 'Geheiligd is de grond die gij betreedt' en daarvan ben je je meteen bewust als je de trap op loopt. 

Onder de nabestaanden bestonden verschillende wensen over de definitieve rustplaats van hun geliefden. Die varieerden van de plek waarop de slachtoffers gefusilleerd waren tot de woonplaats waar zij vandaan kwamen. De meeste nabestaanden gaven echter de voorkeur aan een begraafplaats in het duingebied. 
Zo’n begraafplaats mocht van het Comité en de architecten niet een ‘vergeten heldenkerkhof’ worden. Ook mocht het niet alleen een ‘symbool zijn van het tegen het Duitse schrikbewind betoonde eendrachtig verzet’, maar het moest ook ‘een monument [zijn] voor eeuwen, getuigende van de moed, vaderlandsliefde, vrijheidszin en opofferingsgezindheid van hen, die voor onze eer en vrijheid hun leven offerden’. Over het terrein dat uiteindelijk werd gekozen zei architect Holt: dit ‘ligt even onder de top van een hoog gelegen duinterrein waarvan de hellingen een mooi uitzicht bieden naar het oosten; de zijde van het opkomende licht. Het ligt ver genoeg van de Zeeweg dat er een stilte heerst waarin slechts de eigen geluiden van de natuur waarneembaar zijn.’

Op 27 november 1945 werd de Eerebegraafplaats officieel opengesteld met de herbegrafenis van Hannie Schaft. Daaraan voorafgaand werd een herdenkingsdienst gehouden in de Grote of Sint-Bavo Kerk in Haarlem. Onder de duizenden belangstellenden waren natuurlijk de familieleden en vrienden van de slachtoffers die op de Eerebegraafplaats waren begraven, en verder koningin Wilhelmina, prinses Juliana, prins Bernhard, minister-president W. Schermerhorn en vertegenwoordigers van tientallen oud-verzetsorganisaties.

Jannetje Johanna Schaft, geboren in Haarlem in 1920, was een Nederlandse communiste en verzetsstrijdster tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar eigenlijke roepnaam was Jo of Jopie, als verzetsstrijdster gebruikte ze de schuilnaam Hannie. Haar bijnaam werd 'het meisje met het rode haar'. 

Jo Schaft volgde de HBS-b en deed staatsexamen Latijn en Grieks. In 1938 werd ze toegelaten aan de Universiteit van Amsterdam om er volkenrecht te studeren. Vanaf 1940 woonde ze op kamers in Amsterdam en raakte bevriend met twee Joodse medestudentes. Nadat Schaft, net als vele andere studenten, weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen, stopte ze met haar studie en ging weer met haar ouders in Haarlem wonen. De loyaliteitsverklaring was een verklaring die studenten in Nederland in 1943 moesten ondertekenen. In die verklaring moesten zij beloven dat ze zich zouden 'onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk [...] gerichte handeling'. De verklaring werd door de Duitse bezetter op 13 maart 1943 ingevoerd, de studenten hadden tot 10 april de tijd om de verklaring te ondertekenen. Wie niet tekende, mocht geen college meer volgen.

Haar Joodse vriendinnen nam ze mee om bij haar ouders onder te duiken. Ze nam steeds actiever deel aan het verzet en hielp onderduikers met gestolen bonkaarten en persoonsbewijzen. Ze pleegde verschillende aanslagen op Duitsers, collaborateurs en lansverraders. Schaft leerde vloeiend Duits spreken en papte aan met Duitse soldaten. Hierdoor werd ze door sommige verzetslieden beschouwd als een verraadster. 

Schaft werd op 21 maart 1945 bij een wegversperring aan de Jan Gijzenkade gearresteerd toen ze illegale bladen en een wapen bij zich bleek te hebben. Op het politiebureau van Haarlem ontdekten de Duitsers met wie ze van doen hadden en ze wordt vanuit Haarlem naar het Huis van Bewaring in Amsterdam gebracht. Hoewel aan het einde van de oorlog een akkoord bestond tussen de bezetters en de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) om geen vrouwen om te brengen, werd Jo op 17 april 1945, drie weken voor het einde van de oorlog,  doodgeschoten in de duinen bij Bloemendaal. 

Hannie Schaft met zwart geverfd haar en vensterglasbril. Foto op haar valse identiteitsbewijs, op naam van Johanna Elderkamp, geboren in Zürich.

Hannie Schaft in 1945 op de binnenplaats van het Huis van Bewaring in Amsterdam,  kort voor haar executie

Omdat Schaft na haar dood door de Nederlandse communisten werd ingezet als politiek symbool van het communistisch verzet, hetgeen velen niet zinde, verloor haar naam tijdens de Koude Oorlog voor andere Nederlanders veel van zijn glans. In 1951 ging de overheid zelfs zo ver dat politie en leger – inclusief vier pantserwagens – werden ingezet om de jaarlijkse herdenking van haar herbegrafenis onmogelijk te maken. Nadat met het tanen van de Koude Oorlog ook de communistenhaat geluwd was, werd op 3 mei 1982 door prinses Juliana een bronzen beeld met de naam Vrouw in het verzet onthuld in Haarlem.  Sindsdien vindt hier jaarlijks op de laatste zondag van november de herdenking van haar herbegrafenis plaats. 

Die herbegrafenis vond dus plaats bij de officiële openstelling van de begraafplaats. Toen ik mijn moeder vertelde over mijn plannen van vandaag zei ze dat ze bij die herbegrafenis aanwezig was. Ze zat toen als 14-jarige op de Mulo in Haarlem en stonden met talloze scholieren in een rij langs de Zeeweg. Veel kan ze zich er niet van herinneren, alleen dat het heel druk was en dat ze daarna lopend naar de begraafplaats gingen. 

Een korte video van de herbegrafenis die in 2005 is opgedoken: NH Nieuws: herbegrafenis Hannie Schaft.

Op een zijmuur zijn 4 gedenkplaten geplaatst. De onderwijzer, dichter en journalist H.M. van Randwijk was gevraagd hiervoor een tekst te schrijven. Hij schreef zowel een gedicht als een prozatekst. Het bestuur koos het proza, de tekst staat hier weergegeven. 

En dit is het gedicht dat Van Randwijk schreef, waarvan vooral de laatste 3 regels zeer bekend zijn. Indrukwekkende tekst op de platen. 'De onvervangbare waarde van den mens'. En hoe actueel zijn ook de laatste regels: 'Bedenk dat hetgeen gisteren bedreigd werd, heden en morgen opnieuw in gevaar kan verkeren. (...) bezinnen op de waardij van vrijheid en gerechtigheid.'
Naast dat ik me regelmatig afvraag waartoe ik in staat zou zijn in tijden van oorlog vraag ik me dat tegenwoordig af over de hele samenleving waarin naastenliefde een steeds zeldzamer goed wordt. 

Het gehele terrein met op de voorgrond een urn met as van verzetsmensen die in het crematorium Westerveld in Driehuis zijn verast en van slachtoffers die zijn gecremeerd in het crematorium van het concentratiekamp in Vught. De as uit crematorium Westerveld is afkomstig van 81 mannen die tussen 6 september en 26 oktober 1944 werden gecremeerd. Vanaf juni 1944 werden op de fusilladeplaats van Kamp Vught in totaal 329 gevangenen doodgeschoten. Vrijwel alle stoffelijke resten werden in het crematorium van het kamp verbrand. Een verzetsgroep heeft kans gezien ‘uit het krematorium een handvol as te verzamelen van de laatst gesneuvelde helden in dit kamp’. 

Het kruis heeft een hoogte van 9 meter en is bedoeld als herkenningsteken.

In de jaren 50 is overwogen het kruis te voorzien van neonlicht om het meer te laten opvallen, gelukkig is hier vanaf gezien.

Het kruis werd in december 1976 getroffen door de bliksem, het was totaal versplinterd en tot 200 meter in de omtrek lagen brokstukken. In mei 1977 werd een nieuw kruis geplaatst. Het woog 800 kilo en moest met een helikopter geplaatst worden.

Documentaire over Hannie Schaft

De film Het Meisje met het Rode Haar (1981) over Hannie Schaft

Een zee van staal 

Ruud van de Wint - De Poort

Mijn volgende bestemming, een half uurtje rijden. Ik had gehoopt op wat beter weer, wat meer blauwe lucht en daardoor ook wat meer sprekende contrastrijke foto's. Maar het voordeel van de bewolking is dat er geen files staan richting Wijk aan Zee en dat er nog plaats is op de naastgelegen parkeerplaats. 

Ik was 4 jaar geleden in beeldenpark De Nollen in Den Helder. Een bezoek wat me vooral is bijgebleven door de overspannen gids. Ook daar waren de kunstwerken van staal, het was het levenswerk van Ruud van de Wint. Van hem is ook in Wijk aan Zee een kunstwerk te vinden, dit toegangshek, dat door de toenmalige Koningin Beatrix onthuld werd bij het 10-jarig bestaan van het park. 

Nico de Wit - zonder titel

José Rault - Au delà des Vagues

Op de website van dit beeldenpark staat: In het duingebied naast Wijk aan Zee ligt een bijzonder beeldenpark. De zestien beelden van Een Zee van Staal liggen of staan tussen helmgras, bramenstruiken en zeldzame plantensoorten, tegen het overweldigende decor van de naastgelegen staalfabriek. Lieflijke duinflora wordt afgewisseld door metershoge stalen beelden, met op de achtergrond de rokende hoogovens en donkere ertsbergen. De beeldende kunst moet wedijveren met de imposante industrie en de al even indrukwekkende natuur. De combinatie versterkt elkaar en maakt een bezoek tot een inspirerende en unieke beleving voor jong en oud.

In 1999 was Wijk aan Zee Cultureel Dorp van Europa, ter gelegenheid hiervan kregen elf beeldhouwers afkomstig uit elf Europese landen de opdracht dit gebied te transformeren tot een beeldenpark, met het thema ‘Een Zee van Staal’. Natuurlijk moesten de beelden van staal zijn. Materiaal en werkruimte werden beschikbaar gesteld door de staalfabriek Hoogovens (nu Tata Steel). Het resultaat is een indrukwekkende tentoonstelling op een intrigerende plek. In de loop der jaren zijn er vijf beelden bijgekomen, waardoor er nu zestien beelden in het duingebied te zien zijn.

Robert S. Erskine - White Rhythm

De combinatie van het duingebied, de industrie en de beelden maakt dit park inderdaad interessant. Ik kom graag nog eens terug bij beter weer, voor mooiere foto's. Toch zijn er maar enkele beelden die me echt aanspreken. Ik ben minder aangetrokken tot die stukken staal die zijn neergezet, met een beetje vervorming. Die prikkelen mijn fantasie niet. Wat dat betreft spreekt De Nollen me meer aan, meer variatie, meer zachte vormen. 

Antonio Sobrino Sampedro & Mercedes Cano Redondo - Esperanza

De Woude

De navigatie zegt me dat op de route een veerdienst inbegrepen is. "Ja", zeg ik tegen de stem, "maar die neem ik niet. Ik zet mijn auto aan vaste wal en neem het pontje naar De Woude te voet." Het is natuurlijk onzin om de auto mee te nemen naar de overkant als je die daar vervolgens parkeert om te gaan wandelen. Daarnaast ben ik nog nooit zelf een veerpont opgereden, dat lijkt me nou echt iets om als eerste keer met iemand sámen te doen. 

Maar dan rijd ik opeens halverwege richting een pontje. In paniek draai ik om en probeer op mijn telefoon een route zonder veerdienst te vinden. Ik beland op een industrieterrein en de navigatie is helemaal van slag. Ik moet naar links en meteen weer naar links maar voor de eerste links roept ze al weer dat ik naar rechts moet. Ik besluit terug te rijden en dan toch maar het pontje te nemen. Ik stop langs de kant van de weg om te 'droog oefenen'. Ik zet de auto uit en even later weer aan. Start mijn auto dan snel genoeg om niet een rij toeterende auto's achter me te hebben?

Ik rij terug. Het is een kleine pont, er kunnen maximaal 4 auto's op. Ik kom op de 2e rij, zonder auto achter me. Ik zet de auto uit, open het raampje. "Dit is mijn eerste keer op een veerpont, ik vind het een beetje eng," gil ik naar de man die het geld komt ophalen. "Het zal allemaal wel goedkomen", zegt hij lachend, de fietsers die me ook hebben horen schreeuwen lachen mee. En het komt ook allemaal goed. Ik start de auto al halverwege de overtocht, maar het lukt me om aan de overkomt de helling op te komen en ook nog zonder fietsers aan te rijden. 

Ik ben op het eiland De Woude. Ooit las ik hier iets over in de Volkskrant, de bewoners werden gek van de dagjesmensen. Ik ben er nu ook één. 

De Woude is een eilandje in het Alkmaardermeer. Het is een idyllisch dorpje met 160 inwoners. Je kunt er alleen komen met de pont. Het is een uniek natuurgebied met zeldzame vogels, een prachtig polderlandschap en een idyllisch kerkje. In dit kerkje worden onder andere exposities en klaverjasavonden georganiseerd en je kunt er trouwen en vergaderen. In het dorp vind je twee café/restaurants, waar je heerlijk aan het water op het terras kunt zitten. Er zijn meerdere B&B's. 

Gewone Brunel

Zodra ik voet aan wal zet begin ik met de Westwouderpolderroute van 7 km. Ik merk dat ik al snel met grote passen over de dijk loop. Eerst nog over asfalt, later over hoog, enigszins platgetrapt gras. In het begin passeer ik nog wat huizen, daarna is het enkel land en water. Bij de laatste boerderij staat een hek. Er staat 'Eigen weg' en dat betreden op eigen risico is. Dat je er alleen mag komen zonder oponthoud. Ik ben er niet goed in om dingen te doen die misschien niet mogen. Maar ik weet dat de route langs de randen van het eiland loopt, ik zie geen enkel alternatief. Dus open ik het hek. Ik verwacht ieder moment een blaffende hond die in mijn enkels komt bijten. Maar ik krijg een knikje van de boer op de grasmaaier en haal opgelucht adem als ik mijn weg vervolg.

De wandeling is vrij eentonig. Het water van het Alkmaardermeer met de zeilbootjes links, de polder met graslanden rechts. Er lijkt geen einde te komen aan de dijk. Ik snak naar het restaurant aan het einde van de route, ik voel steeds meer de wandeling van 2 dagen geleden in mijn lijf, het lopen gaat steeds moeizamer. Ik zie geen zeldzame vogels, alleen meeuwen. Heb ook geen geduld om met een verrekijker de polder af te zoeken. 

En dan het einde van de wandeling, eindelijk. Ik loop nog even langs het kerkje en door de doodlopende klinkerstraatjes maar plof al snel neer op het terras voor een alcoholvrij biertje. Ondanks de eentonigheid van de wandeling ben ik wel tevreden over wat ik heb gedaan en heb volbracht. 

Op de terugweg ontdek ik het genot van rijden met de radio op 20 en meezingen met nummers uit mijn jeugd.

Beelden van De Woude

De Woude van bovenaf gezien