28 juni 2018


Meestal lees ik geen boeken van lotgenoten. Van mensen die ook kanker hebben. Iedereen heeft het op zijn eigen manier en ik irriteer me vaak alleen maar aan het hoge 'pluk-de-dag' gehalte of voel mezelf tekort schieten vanwege de vechtlust van anderen.
Wel was ik nieuwsgierig naar het boek van Laura Maaskant.
Zij deed mee aan de gesprekken van Kijken in de Ziel, waarin Coen Verbraak sprak met mensen die gehoord hadden dat ze nog maar kort te leven hebben. Ondanks die boodschap, ondanks de diverse uitzaaiingen leeft Laura nog steeds.

Ik herken veel in het boek, ook al heeft zij een hele andere kanker en een ander proces. Zoals het inzicht dat je er grotendeels alleen voor staat. Ook al heb je grote steun van familie en vrienden, zij zijn er bij sommige ingrepen niet bij en niemand zal volledig kunnen invoelen hoe jouw lijf zich voelt, hoe de verlammende vermoeidheid altijd een rol speelt in je leven, hoe je hoofd in de war kan zijn na de chemo. Hoe pijnlijk sommige opmerkingen kunnen zijn, of juist de afwezigheid van vragen. Aannames die worden gemaakt over hoe je je voelt, wat je wel en niet nodig hebt. 

Een citaat: 'Ik zie mensen met hun boodschappenkarretje uit de supermarkt komen. Ik zie mannen in pak van hun werk naar huis lopen en ik zie een moeder met een buggy het zebrapad oversteken. De wereld gaat door, denk ik verschrikt. In de bubbel waar we een middag verbleven, waren we ons niet bewust van een wereld daarbuiten.

Op 4 januari 2016 kreeg ik mijn diagnose. Ik moest een paar dagen in het ziekenhuis blijven omdat mijn nierfunctie minder dan 10% was. Ik kreeg mijn eerste chemo, zo anders dan in de film waar je iemand ziet die een paar uur in een stoel moet zitten met een infuus. Ik kreeg een prikje in mijn buik en dat was het. Na drie dagen mocht ik naar huis. Mijn zus reed me, en onderweg gingen we langs een supermarkt. Ik weet nog heel goed dat ik net als Laura schrok van het idee dat de wereld door gaat. Ik had het gevoel dat iedereen kon zien dat ik kanker had. Tegelijkertijd bedacht ik me dat achter ieder mens in die supermarkt ook een leven schuil ging, met misschien ook kanker.

Ook las ik het boek LevenXL, met levensverhalen van mensen die ernstig ziek zijn (geweest). Zij vertellen vanuit een filosofische achtergrond over wat ze verloren hebben en wat ze hebben gewonnen, wat hen heeft geïnspireerd. 
Zo lees ik over 'ataraxia', een toestand van rust die je kunt bereiken door de situatie te zien zoals die is, zonder haar groter of kleiner te maken en bij de dag van vandaag te blijven. Door te aanvaarden dat je geen invloed hebt op de toekomst en dat het leven komt zoals het komt. René Gude maakte ook gebruik van deze techniek.

De behandelingen plaatsten me keihard in het heden. Alles wat feitelijk onbelangrijk is valt weg. Er is opeens een hele duidelijke richting, een doel. Er is levenslust zoals ik dat nog nooit eerder voelde. De arts zei me dat mijn glimlach maar eens weg moest, dat dit ernstig was. Maar ik was niet in ontkenning. Ik was niet boos, niet verdrietig, niet bang. Als vanzelf gaf ik me over en was er aanvaarding. En die maakt je sterk. Ik leefde van behandeling naar behandeling, steeds stapjes van maximaal een maand. Las bewust niet op internet over mijn kanker en wat komen ging, ik liet het maar over me heen komen. De emoties komen vooral na de behandelingen, als je als ruïne uit de strijd komt en nog maar moet afwachten wat er op te bouwen valt en of je nog past in de wereld waar je vandaan kwam. Dan komen verleden en toekomst zeuren in de vorm van gedachten over hoe het leven was en verlangens naar een beter lijf. Wordt het weer moeilijker om keuzes te maken vanuit wat ík wil, en niet al die mensen om me heen die ook een mening hebben. 

Door dit boek kwam ik in aanraking met het fotoproject Vereeuwigd, waarbij mensen met een ernstige of levensbedreigende ziekte hun inzichten delen en gefotografeerd worden door professionele fotografen, hetgeen geleid heeft tot een interview bij EenVandaag en een tentoonstelling en in de toekomst tot een boek. 

Ik blijf mezelf voorhouden dat ik geen patiënt meer ben. Ik maak me los van de kanker door dingen te doen die gezonde mensen ook doen. Door alles wat er de afgelopen twee jaar gebeurd is heeft het leven een andere kleur gekregen, een andere waarde. Emoties worden dieper, verhoudingen duidelijker, ontmoetingen waardevoller.
Ik kom dichter bij de essentie. Van alles.