Zevenhuizerplas

Zus en ik gaan weer eens ouderwets vogels kieken.

We maken een kleine wandeling bij de Zevenhuizerplas. Dit is een door zandwinning kunstmatig aangelegd meer ten oosten van de rivier de Rotte, boven Rotterdam. De plas is in de jaren zeventig aangelegd en werd opgeleverd in 1978. Het zand dat er oorspronkelijk lag, is gebruikt bij bouwprojecten in de omgeving, zoals voor het opspuiten van grond voor de bouw van Rotterdamse wijken. Vanwege de grote diepte, tot ruim 25 meter, bevriest de plas nooit helemaal, zelfs niet in strenge winters. 

De foto's zijn in een grotere weergave te zien door er op te klikken. 

boven en rechts: Fuut

Grote Canadese Gans


Op en rond de plas zijn het hele jaar door veel soorten vogels te zien. In de winter slapen midden op de plas vaak duizenden meeuwen en smienten. Ook zijn er dan dodaarzen te zien. Vroeg in het voorjaar nestelen blauwe reigers in de bomen op de eilanden. Later komen hier ook de lepelaars bij, die in de bomen hun jongen grootbrengen. 

Tjiftjaf

Grote groepen meerkoeten, futen, kuifeenden en krakeenden leven hier van oever- en waterplanten, insecten en vissen. Ook worden hier regelmatig zeldzame soorten gezien, zoals de kleine zilverreiger, de kwak, kuifduiker en krooneend. Ook de woudaap, het kleinste reigertje dat in mei terugkomt uit Afrika en in ons land jaarlijks jongen grootbrengt, is hier gespot.  

Het plezier in het spotten groeit weer. Zoeken waar het geluid vandaan komt, dan de vogel goed in zicht proberen te krijgen en vast te leggen. En dan nog bedenken welke het is. Gelukkig zingt de tjiftjaf zijn eigen naam. 

Lepelaar

Het helpt dat er spotters rondlopen met teletoeters. Hun aanwezigheid wijst meestal op een bijzondere soort. Maar deze zien we zelf, de lepelaar. Heel bijzonder om hem van zo dichtbij te zien. 

Meerkoet

Nijlgans

De rietvelden zijn rijk aan zangvogels. Baardmannetjes verblijven er het hele jaar. Rietzangers, rietgorzen, blauwborsten, kleine karekieten en snorren broeden hier en brengen hun jongen groot. Ook de koekoek keert terug uit Afrika en laat zich veelvuldig horen. In het voorjaar laat de roerdomp regelmatig zijn luide, lage gehoemp horen. Wij horen het prachtige geluid ook, maar zien is moeilijker, hij blijft meestal verborgen in het riet. 

Het vogels spotten stimuleert het oog hebben voor details, het beter kijken. Maar ook het mooie zien in iets wat in eerste instantie niet bijzonder lijkt. De nuances in de kleuren, de verschillende structuren in het verenkleed, de details die je opmerkt als je goed kijkt, écht kijkt. 

Grauwe Gans

Blauwborst


Als we naar de auto lopen krijgen we nog een enorm kado: de blauwborst! 

Het mannetje heeft een blauwe kin en borst met in het midden een witte vlek. De staart is oranjebruin. Tijdens de balts vliegt het mannetje op uit het riet met een melodieuze zang om elders met gespreide staart en vleugels neer te strijken. 
Op het menu van de blauwborst staan vooral insecten, larven, wormen en slakjes. Het dieet wordt aangevuld met bessen en zaden. Hij zoekt vooral voedsel op de grond in de beschutting.

Het gaat heel goed met de blauwborst in Nederland, als gevolg van een sterk toegenomen oppervlakte moerassen en moerasbos.
Wat een prachtexemplaar, en wat boffen we dat deze zo zichtbaar langdurig voor ons blijft poseren.