Deze tentoonstelling, verdeeld over twee Amsterdamse musea, stond al een tijdje op mijn keihard-leuke-dingen-doen-lijst. Ik wilde er vlak na mijn weekje weg heen, maar er kwam een lijf met klachten tussen. Toch bleef het gevoel dat ik moest gaan. Ik had beelden gezien op tv en op social media kwamen mooie foto's voorbij. Het voelde alsof ik er iets kon halen, iets van troost.

Anselm Kiefer (foto:Waltraud Forelli)
Kiefer werd geboren in de kelder van het ziekenhuis in Donaueschingen in het Zwarte Woud terwijl de stad werd gebombardeerd. Hij studeerde rechten, literatuur en Romaanse taalwetenschappen. Daarna studeerde hij aan meerdere kunstacademies. In zijn werk toont hij betrokkenheid bij de Duitse problematiek, door bijvoorbeeld de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog tot onderwerp te nemen. De dichte, ondoordringbare bossen en uitgestrekte, desolate akkers uit zijn geboortestreek keren steeds terug in zijn werk.
Vanaf 1993 woonde en werkte hij in het Franse Barjac waar hij een verlaten industrieterrein heeft omgetoverd tot een 35 hectare groot atelier dat hij La Ribaute heeft gedoopt. In 2008 verhuisde hij naar Croissy-Beaubourg bij Parijs. Omdat de meeste van zijn werken enorme afmetingen hebben, heeft hij er zijn atelier ondergebracht in het gigantische depot dat voordien gebruikt werd door het warenhuis La Samaritaine. Hij beweegt zich er voort per fiets om van de ene naar de andere kant te komen.
In zijn monumentale schilderijen en installaties verkent Kiefer thema's van het menselijk bestaan, zoals vergankelijkheid, vernieuwing, herinnering en het verstrijken van de tijd.
Deze pagina doet totaal geen recht aan de afmetingen en de grootsheid van de werken. Veel van de schilderijen zijn 470 x 840 cm. Daarnaast zijn ze niet plat, er is allerlei materiaal op het doek bevestigd. Niet voor niets fotograferen veel bezoekers de zijkant van de schilderijen. Maar de overweldigende uitwerking laat zich onmogelijk vastleggen.
Van Gogh Museum
Van Gogh is altijd een belangrijke inspiratiebron geweest voor Kiefer. Op zijn achttiende kreeg Kiefer een reisbeurs en maakte hij een tocht in de voetsporen van Vincent. Hij bezocht plaatsen in Nederland, België en Frankrijk waar Van Gogh had gewoond en gewerkt en eindigde in Arles. Onderweg maakte hij vele tekeningen. Kiefer vindt het fascinerend dat Van Gogh geen ‘geboren kunstenaar’ was en bewondert zijn vasthoudendheid. Van Goghs doorzettingsvermogen bij het schilderen stelde hem in staat meesterwerken te creëren.
Kiefer en Van Gogh gebruiken niet hetzelfde kleurenpalet, maar delen hun bewondering voor de natuur. Hun landschappen zitten vol diepere betekenissen. Ze verwijzen onder meer naar de cyclus van het leven: van de ontkiemende zaden en gouden korenhalmen tot aan de asgrauwe velden en verschroeide aarde. De landschappen zijn belast met het verleden.

De sterrennacht
Kiefer maakte in verschillende perioden van zijn kunstenaarsbestaan werken met Van Gogh in gedachten. Bij dit werk is de referentie naar Van Gogh heel duidelijk, ook vanwege de titel. Kiefer benoemde in Van Goghs De sterrennacht de aardse elementen die doordringen in de golvende sterrenhemel, waarin 'de maan en de sterren rond zichzelf cirkelen en elk een eigen kosmos vormen. Uitsluitend door krachtige penseelstreken verbonden met het geheel.' Kiefer is gefascineerd door de nachtelijke hemel, een mysterieus universum waar onze oorsprong ligt. Zijn De sterrennacht verwijst naar de diepe verbinding tussen hemel en aarde.


Nevermore
'Boeken en werkelijkheid en kunst zijn voor mij soortgelijk', schreef Van Gogh. Ook voor Kiefer is literatuur, met name poëzie, een onuitputtelijke bron van inspiratie. Zijn werk zit vol (tekst)verwijzingen naar mythologische verhalen en filosofische begrippen.
De titels die Kiefer gebruikt bevatten, in combinatie met verschillende voorwerpen zoals bloemen of zeisen, een reeks van literaire en historische referenties. Zo verwijst de titel van dit werk naar het gedicht The Raven van Edgar Allen Poe. Daarin kwelt een raaf een bedroefde geliefde door het telkens herhalen van het woord 'nevermore'. Nooit weer.



details uit: Schierlingsbecher
Gevlekte scheerling of dolle kervel (Schierling in het Duits) is een giftige plant. Schierlingsbecher betekent gifbeker.
In de tentoonstellingscatalogus lees ik een artikel van Antje van Graevenitz met de titel: De erkenning van Anselm Kiefer in Nederland. Hierin is ook aandacht voor de werkwijze van Kiefer. 'Schildersporen blijven in het werk van Kiefer steeds zichtbaar. Hoewel het vaak zo lijkt, schildert hij in werkelijkheid niet in het wilde weg, maar heel doelbewust. En toch ogen de penseelstreken alsof hij ze als een bezetene in hoog tempo aanbrengt. Kiefer wil achterhalen waar hij vandaan komt, wat de 'vage leegte' in hem inhoudt. Dat wil hij doen door de geschiedenis te herbeleven. Kiefer tekent niets na, illustreert niet terugblikkend een geschiedenisboek. Hij vraagt zich vooral af: Hoe ben ik geworden? Wat is mijn plek in de geschiedenis?'

Das letzte Fuder (De laatste karrenvracht)


De laatste karrenvracht is de titel van een Duits gedicht van Johann Meyer over een inhalige boer, wiens poging het laatste van de oogst binnen te halen hem en zijn oude knecht fataal wordt.
Kiefer gebruikt in zijn werk naast verf ook materialen als stro, zand, glas, as, beton, roestig ijzer, klei, haar en lood.

Waldsteig (Bospad)

Der Waldsteig is de titel van een liefdesroman van Adalbert Stifter uit 1845. Daarin verbindt Stifter de idylle van de natuur met innerlijk conflict en passie.


Heerlijk, die dikke klodders verf. Alsof de bloemblaadjes zo op het doek zijn gelijmd. Het lijkt me geweldig om zo rauw te werken, zo zintuigelijk.


Steigend, steigend, sinke nieder (Stijgend, stijgend, zink neer)
Zonnebloemen zijn onlosmakelijk verbonden met Van Gogh. Ze zijn ook vaak te zien in het werk van Kiefer. Hun korte bloeiperiode symboliseert het menselijk bestaan en transformatie. Hun zaden brengen nieuw leven voort. Planten en zonnebloemen zijn voor Kiefer ook verbonden met de kosmos en refereren aan de 16de-eeuwse filosoof en astronoom Robert Fludd die stelde dat elke plant op aarde een overeenkomstige ster aan de hemel heeft.
Kiefer maakte dit werk als hommage aan Van Gogh, speciaal voor deze tentoonstelling.

O Halme der Nacht (O halmen van de nacht)


Kiefer roept met dit werk de laatste regels op van het gedicht Aus Herzen und Hirnen van Paul Celan. In zijn fragmentarische poëzie deelt Celan zijn ervaringen tijdens de Holocaust.

Die Krähen (De kraaien)
Voor Kiefer zijn met name de composities van Van Gogh belangrijk: de opbouw in verschillende op elkaar gestapelde stroken, de nadruk op het platte vlak, en de heel lage of juist uiterst hoge horizon. Zoals Kiefer zelf zegt, bouwt Van Gogh zijn schilderijen heel weloverwogen op en geeft hij het landschap zo een nieuwe context. "En toch, ondanks de eenvoudige compositie, worden we ontroerd, overweldigd zelfs. We voelen dat onze onzekere benadering van de wereld wordt blootgelegd."


Sol Invictus (Onoverwinnelijke zon)



Voor Kiefer staan zonnebloemen, net als voor Van Gogh, symbool voor de cyclus van de natuur en van het leven. Hij kweekt reusachtige exemplaren uit Japan in een kas. De zaden zijn terug te vinden in schilderijen waarop de sterrenbeelden van de kosmos staan afgebeeld. Kiefer: "Allereerst zijn zonnebloemen verbonden met de sterren, want ze bewegen hun bloemen naar de zon toe. 's Nachts sluiten ze zich. Als ze openbloeien zijn ze geel en fantastisch: dat is juist het punt waarop ze verwelken. Dus zonnebloemen zijn een symbool voor ons menselijk bestaan. Ik vind het prachtig dat ze vluchtig zijn. Net als ons leven herinneren ze ons eraan dat we hier maar een tijdje zijn, in ballingschap." De liggende man naast de zonnebloem is de kunstenaar zelf in de yogahouding 'savasana' (lijkhouding), waarin je je als dood waant en je ziel één wordt met de natuur.
Het werk raakt me enorm. Door dit schilderij word ik verzwolgen. De symboliek en de thematiek liggen vandaag dicht bij me.
Uiteraard hangen in dit museum ook werken van Vincent van Gogh (1853-1890) zelf. Ik had het Van Gogh Museum al op mijn lijstje staan voordat ik wist dat deze tentoonstelling er zou zijn. Deze kunstenaar is zo verbonden met ons erfgoed, dus dit museum móest ik ooit nog eens zien in mijn leven.

Vincent van Gogh - Zelfportret als schilder

Vincent van Gogh - Korenveld met maaier
Kiefer was ontroerd door dit werk. "Het schilderij lijkt net als een icoon te zijn geschilderd op een vergulde grondlaag. Hier vormt de gouden kleur echter niet de achtergrond van de geportretteerde. De maaier staat niet centraal, maar is slechts een figuurtje, verweven in de samengestelde stof van het gouden tapijt waar hij in verdwijnt en verdwaalt."

Vincent van Gogh - Korenveld met kraaien
Dit schilderij heeft voor Kiefer een speciale betekenis. Hij roemde het vervreemdende perspectief en merkte op over het blauw dat het niet een aankondiging is van een opkomend onweer, maar opgevat kan worden als een 'verpletterende val in de leegte van de hemel'.

Vincent van Gogh - Knotberken
Toen Kiefer als 18-jarige de plekken van Van Gogh bezocht maakte hij talrijke tekeningen. Over de tekeningen zei Kiefer zelf: "Als ik nu naar de tekeningen kijk, is het duidelijk dat ik niet in het bijzonder geïnteresseerd was in het emotionele aspect in Van Goghs werk of zijn ongelukkige leven. Wat zelfs toen al indruk maakte was de rationele structuur, de trefzekere opbouw van zijn schilderijen."

Vincent van Gogh - Populierenlaan
Kiefer is sowieso van mening dat het werk en het leven van een kunstenaar los van elkaar staan. 'Omdat het niet makkelijk is zulke complexe werken echt goed te begrijpen, is het publiek vaak meer geïnteresseerd in de emotionele impact die een kunstenaar als Van Gogh kan hebben.' Als voorbeeld noemt hij een tentoonstelling over Frida Kahlo in het Victoria and Albert Museum in Londen. 'Juist dit aspect van het leven van de kunstenaar werd uitgebuit om meer bezoekers te trekken. De expositie bevatte niet eerder getoonde objecten: haar beenprothese, parfumflesjes Chanel Nº5, enz. Het werk van de kunstenaar werd geofferd op het altaar van het goedkope effect.'

Van Gogh - Zelfportret (1887)

Van Gogh - Zelfportret met vilthoed (1886)

Van Gogh - Zelfportret (1887)

Van Gogh - Zelfportret (1887)
Groene ogen, een rode baard, een gefronste blik, een blauwe werkmanskiel. Soms een hoedje op het hoofd, soms met zijn geliefde pijp in de mond. In Van Goghs zelfportretten staan we oog in oog met de kunstenaar. Herkenbaar als Vincent, maar toch elke keer anders. De portretten waren ook niet zozeer bedoeld om te laten zien hoe hij was, maar om te oefenen met kleur, verftoets en gezichtsuitdrukking. Alleen in het werk Zelfportret als schilder (zie eerder op deze pagina) presenteert hij zich als een zelfbewuste kunstenaar achter zijn schildersezel. 'Alleen als ik aan mijn ezel sta te schilderen, voel ik iets van het leven', schreef hij later.
Enkele kunstenaars die een voorbeeld waren voor Van Gogh:

Anthon van Rappard - Oude Drentse vrouw

Jean-François Millet - Mest verspreidende boer

Léon-Augustin Lhermitte - Het hooien

Jules Breton - Jonge boerin met een hak
Nadat hij enkele jaren op verschillende plekken in Nederland als kunstenaar had gewerkt (1880-1883), vestigde Van Gogh zich in het plattelandsdorp Nuenen, waar zijn vader dominee was. Van daaruit schreef hij aan zijn broer Theo: 'Ik begeer niets anders dan goed diep in 't boerenland te zitten en 't boerenleven te schilderen'. Van Gogh idealiseerde het boerenbestaan, dat volgens hem 'in veel opzigten zooveel beter dan de beschaafde wereld' was. Boeren en landarbeiders stonden dicht bij de natuur, hun leven was verbonden met de cyclus van zaaien en oogsten, van leven en dood.
In akkers rondom Nuenen, in de boeren en hun eenvoudige woningen vond hij zijn ideale onderwerpen. Van Gogh had zich ruim een jaar lang goed voorbereid toen hij besloot een grote compositie met boerenfiguren te maken: De aardappeleters. Hij wilde hiermee zijn visitekaartje als kunstenaar afgeven.

Vincent van Gogh - Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen

Vincent van Gogh - Zonnebloemen

Vincent van Gogh - De aardappeleters

Anthon van Rappard - Tegelschilders

Jozef Israëls - Boerengezin aan de maaltijd
Een echt boerenschilderij mocht volgens Van Gogh naar spek, rook en aardappelwasem ruiken, en dat doet De aardappeleters. Damp stijgt op van de aardappelschaal, waaruit een familie samen eet. Bij deze arme, eenvoudige boeren vond Van Gogh de essentie, en vooral ook de tragiek, van het bestaan. Hij wilde ze in hun ruwheid weergeven en gaf ze grove gezichten en knokige werkhanden. In de kleuren zocht hij naar donkere, grauwe tonen die bij het stoffige land pasten. Hij had zich met veel studies voorbereid. Toch bleek het schilderij met maar liefst vijf figuren een 'geducht gevecht'. Uiteindelijk was Van Gogh zeer tevreden met het resultaat. Hij hoopte dat zijn broer Theo, die kunsthandelaar was in Parijs, het schilderij zou kunnen exposeren. Die vond het echter veel te somber.
Op zoek naar aansluiting bij de nieuwste schilderkunst verhuisde Van Gogh in 1886 naar Parijs, destijds het centrum van de moderne kunst. Hij realiseerde zich dat hij intensiever contact met kunst en kunstenaars nodig had om verder te komen. Oog in oog met de Parijse avant-garde realiseerde Van Gogh zich pas hoe ouderwets zijn Nederlandse werk aandeed.
Gretig nam hij de vele nieuwe indrukken in zich op. Hij experimenteerde met kleur, toets, lijnen en vlakken. Hij raakte bevriend met kunstenaars zoals Paul Gauguin, Émile Bernard en Henri de Toulouse-Lautrec. Ze werkten en exposeerden samen in de cafés van Montmartre. Van Goghs tijd in Parijs was zeer vruchtbaar en dankzij zijn contacten met andere kunstenaars ontdekte hij mogelijkheden voor een eigen, expressieve stijl.

Vincent van Gogh - De heuvel van Montmartre met steengroeve

Vincent van Gogh - Tulpenvelden vlak bij Den Haag
Zijn verblijf in Parijs had Van Gogh zelfbewuster gemaakt. Maar hij had behoefte aan rust en ruimte om zijn eigen weg in te slaan. Hij vestigde zich daarom op het Zuid-Franse platteland, in Arles. Getroffen door het heldere licht en de sprankelende kleuren stortte hij zich op het schilderen van bloeiende boomgaarden, oogsttaferelen en andere natuurmotieven. Het liefst wilde hij ook portretschilder zijn, want in karakteristieke koppen kon hij de essentie van zijn tijd weergeven.
Hij zocht steeds naar 'hartstochtelijke uitdrukkingskracht, waarbij ik onze kennis en moderne smaak omtrent kleur hanteer als middel om het karakter uit te drukken en op te voeren'. Met dit streven kwam hij in Arles tot de toppen van zijn kunnen. Hij ontwikkelde er zijn beroemde stijl met een energieke penseelstreek en sterke kleurcontrasten.

Vincent van Gogh - Zelfportret met grijze vilthoed

Vincent van Gogh - De tuin van de inrichting

Vincent van Gogh - De slaapkamer

Vincent van Gogh - Amandelbloesem
Van Gogh maakte het werk Amandelbloesem voor zijn pasgeboren neefje Vincent, zoontje van zijn broer Theo. Zijn broer Theo schreef hem: 'Zoals we je hebben gezegd, vernoemen we hem naar jou. En ik spreek de wens uit dat hij even vasthoudend en moedig wordt als jij.' Van Gogh begon meteen aan dit schilderij van amandelbloesem tegen een blauwe lucht en werd er dagenlang compleet door in beslag genomen. Het werd één van de dierbaarste werken voor Theo, zijn vrouw Jo en hun zoon Vincent, die later het museum zou oprichten.
Na zijn opname in de inrichting van Saint-Rémy voelde Van Gogh zich als een 'gebroken kruik' die nooit meer gemaakt zou kunnen worden. Toch werkte hij tussen de mentale crises door. Het schilderen en tekenen gaf bovendien structuur aan de lange dagen.
De laatste twee maanden van zijn leven bracht Van Gogh door in het landelijke Auvers-sur-Oise, vlakbij Parijs. Hier schilderde hij als nooit tevoren. Hij verbeeldde vooral de natuur in al haar verschijningsvormen: tuinen vol bloemen, wuivend koren en panoramische landschappen vol emotie. Van Gogh probeerde zijn persoonlijke gevoel bij het zien van een opkomende zon, een grasspriet of een geploegde akker te laten doorklinken in zijn werk.
Stedelijk Museum
In het Stedelijk Museum staat de bijzondere band die het museum al sinds de jaren tachtig met Kiefer heeft centraal. Het verwierf al vroeg iconische schilderijen en toont tijdens deze tentoonstelling alle vroege werken van de kunstenaar uit de eigen collectie, aangevuld met een serie recente schilderijen en installaties.

foto: Stedelijk Museum
De titel van de tentoonstelling én van dit werk in het Stedelijk Museum, Sag mir wo die Blumen sind, verwijst naar het gelijknamige anti-oorlogslied van de Amerikaanse folkzanger en activist Pete Seeger. Later kreeg dit lied veel bekendheid in een Duitse, Engelse en Franse vertaling door Marlene Dietrich.
Kiefer maakte de installatie speciaal voor deze ruimte. Te zien zijn menselijke figuren tegen een goudkleurige achtergrond en uniformen bedekt met dikke lagen verf en klei. Gedroogde rozenblaadjes dwarrelen op de grond. Voor de kunstenaar staan ze symbool voor de verbinding tussen hemel en aarde en de cyclus van leven en dood.
Dit werk legt een diepgaande verbinding met thema's als de waanzin van oorlog, het menselijk lot, ons aardse bestaan en de schoonheid van de kunst. Kiefer wijst op de absurditeit en de vergankelijkheid van het bestaan. Als uitgangspunt nam hij de uitspraak panta rhei van de Griekse filosoof Herakleitos, wat 'alles is in beweging' betekent. Herakleitos is samen met andere filosofen afgebeeld. Sommige figuren zijn gebaseerd op foto's van vrouwen aan het werk, die Kiefer maakte tijdens een reis door India. Anderen zijn foto's van psychiatrische patiënten van de 19e-eeuwse neuroloog Jean-Martin Charcot.















Field of the Cloth of Gold (Goudlakenkamp)
Field of the Cloth of Gold is de naam van een plaats in Noord-Frankrijk waar in 1520 een belangrijke vredesbespreking plaatsvond tussen de Franse en Engelse koning. Toch brak nog geen jaar later opnieuw oorlog uit. In de woelige goudgele slagvelden op het schilderij lijkt de dreiging van oorlog haast voelbaar.

Die Frauen der Revolution (De vrouwen van de revolutie)
De geschiedenis wordt gedomineerd door beroemde en machtige mannen. In deze 'portrettengalerij' brengt Kiefer een eerbetoon aan twaalf revolutionaire vrouwen uit de Franse geschiedenis. Hij baseerde zich op een publicatie van de 19e-eeuwse historicus Jules Michelet. De loden lijsten bevatten gedroogde lelietjes-van-dalen, bekend om hun geneeskrachtige werking bij hartklachten, maar ook om hun zeer giftige plantendelen. Ze verwijzen naar sprookjesachtige eigenschappen die men maar al te graag aan vrouwen toeschrijft: onvoorwaardelijke zuiverheid en oprechtheid. Alleen Marie-Antoinette heeft een roos. De roos staat hier niet alleen symbool voor de liefde, maar ook voor de geest van de revolutie. Tussen de lijsten hangt een pootstok, een werktuig om gaatjes in de aarde te prikken voor het planten van nieuwe gewassen.
De schilderijen van Kiefer getuigen voor mij van een grote zeggingsdrang. Hij komt op mij over als een intellectueel met een hoofd vol emoties en verhalen die een uitgang moeten vinden. Oppervlakkig gezien lijkt het resultaat vaak op elkaar. Grote doeken met donkere kleuren, stro, klodders verf. Ik vind lang niet alles mooi. Maar ik vind het wel fascinerend hoe zorgvuldig hij zijn materialen kiest.
Hij weet wat hij te zeggen heeft en kiest daar welbewust de voor hem juiste vorm bij. Niets is voor de esthetiek of willekeur. Als ik naar zijn werk kijk voel ik een innerlijke noodzaak om wat in hem zit naar buiten te smijten. Ik herken me in die noodzaak, ik heb alleen de juiste vorm nog niet gevonden.
De documentaire van Wim Wenders over Anselm Kiefer is helaas niet gratis te bekijken, ik had deze gelukkig opgenomen toen Het Uur van de Wolf hem uitzond. Je ziet hier wel de trailer en een aantal interessante video's waarin je de kunstenaar aan het werk kunt zien.
Informatie op deze pagina komt van:
* Anselm Kiefer - Wikipedia
* Tentoonstelling Anselm Kiefer - Sag mir wo die Blumen sind - Van Gogh Museum
* Anselm Kiefer — Sag mir wo die Blumen sind - Stedelijk Museum
* informatieborden beide musea
* tentoonstellingscatalogus
* documentaire Anselm van Wim Wenders, uitgezonden door Het Uur van de Wolf