Veluwezoom


Ma reist verder is een prettige site van een vrouw die onder andere in mijn omgeving wandelt en daar leuk over schrijft. Ik krijg ook een nieuwsbrief van haar met tips. In haar laatste nieuwsbrief staat een NS wandeling door de Veluwezoom vanaf Dieren. De lengte is een beetje een uitdaging voor me. Een tijd geleden liep ik meestal zo'n 10 km, maar sinds corona is mijn conditie nog niet geheel terug. Dus nu loop ik rond de 7 km per keer. Maar ik heb mijn zinnen gezet op deze route, de foto's spreken me aan. De verlengde route gaat door naar Velp, maar ik kies voor de 11 km naar Rheden. Ik vind gewoon dat dat op wilskracht moet lukken. 

Vanaf het station ben je in korte tijd in het beukenbos rond de Carolinaberg. Deze is genoemd naar de dochter van stadhouder Willem IV. Op de berg komen veertien bospaden samen. De paden dienden als zichtassen die de jagers sinds enkele eeuwen in staat stelden om over de wijde omgeving uit te kijken en zo tamelijk comfortabel wild te spotten. Hier komen edelherten, reeën en wilde zwijnen voor maar ik zal ze niet zien vandaag. Wel hoor ik veel vogels en zie ik vooral merels, roodborstjes en spechten.

Na een pauze bij de Carolinahoeve loop ik door de Onzalige Bossen. Volgens Wikipedia is niet geheel duidelijk waar die naam vandaan komt: Het waarschijnlijkst is dat deze afgeleid is van het Middelnederlandse woord 'on-saelig' wat armzalig betekent. De grond was namelijk arm aan voedingsstoffen en daardoor niet erg geschikt voor landbouw. Een tweede, vaak aangenomen verklaring voor de naam heeft te maken met de familie van Sadelhoff. In de zeventiende eeuw behoorde heel Rheden aan deze familie, alsmede een groot deel van deze bossen, Het andere deel was eigendom van de Graven van Nassau die het gebruikten als jachtgebied. Door de vele onderlinge twisten der eigenaren omtrent het jachtrecht, kreeg het daarom de naam On-Sadelhoffse Bossen, wat later verbasterd werd tot Onzalige Bossen.

Het hele gebied kwam in 1647 in handen van de Oranjes. Prins Willem II liet het bosgebied omheinen om er op wild te kunnen jagen. Veel plezier beleefde hij er niet aan, want kort daarna werd een jachtpartij hem te veel en hij stierf op jonge leeftijd.

Zoon Willem III veranderde jaren later het huis in een jachtslot en trok een lijn op de kaart naar zijn jachtverblijf de Ginkel bij Ede. Deze jachtweg, de Koningslaan, werd in de 17e eeuw aangelegd om korte verbindingen te vormen tussen de jachthuizen. De wegen waren kaarsrecht en met ruim zes meter vrij breed. Steden en dorpen werden gemeden. Via deze wegen begaf de koninklijke stoet zich, met ossenwagens, ruiters en honden, op wilde zwijnen- en hertenjacht. Willem III reed er destijds met zijn paard in volle galop overheen. Ik galoppeer wat minder hard. 

De waarschuwing op de site van NS dat het flink klimmen en dalen is was niet overdreven. Elders lees ik dat de hoogteverschillen de honderd meter naderen. Het Veluwse landschap is ongeveer 150.000 jaren geleden, in de voorlaatste ijstijd ontstaan. IJsmassa's bedekten de helft van Nederland. Enorme gletsjers duwden de bodem opzij en zo ontstonden de nu nog bestaande stuwwallen die ik nu bewandel. Ik denk aan de filmtitel die ik deze week hoorde: The Englishman who went up a hill but came down a mountain. Een hazelworm slingert tussen de dode bladeren en over de imposante boomwortels. 

Ik bereik het bezoekerscentrum van de Posbank. Eigenlijk is het de naam van een stenen bank die zijn naam dankt aan de heer Pos, ANWB-pionier. In de bank staat deze inscriptie: Hij effende banen voor het vreedzaam verkeer tusschen de volken. Duizenden bracht hij in en tot de natuur. Den Nederlanders deed hij Neerlands schoonheid kennen, waarderen en liefhebben. In de volksmond heeft het heuvelachtige heidegebied ook die naam, maar eigenlijk heet het gebied het Herikhuizerveld. Een prachtige plek!

Het is even zoeken naar de rood-witte bordjes van de NS-wandeling, maar gelukkig leiden ze me door de uitgestrekte heidevelden. Het is heerlijk rustig, alleen steeds als ik op een bankje zit te genieten, komen mensen op het bankje naast me zitten tetteren. 

Gedurende de hele route knettert het om me heen. Vorig weekend in de Maasduinen ontdekte ik al dat als brem (foto links) uitgebloeid is de peulen openknappen door het warme weer en zo de zaden verspreiden. Vandaag zie ik de struik op de rechterfoto hetzelfde doen.

Ik zie het pijltje met Rheden. Mooi, als dit de splitsing is dan is het niet al te ver meer en dat is goed. Dan staan er opeens een aantal IJslandse paarden. Behoorlijk indrukwekkend, ik wacht toch maar even tot ze iets verderop staan. Later lees ik dat dit ras heel leergierig, vriendelijk en eigenwijs is. 

Langzaam begin ik te vermoeden dat er toch iets niet helemaal goed gaat met de route. Ik heb niet het idee binnen korte tijd aan te komen in een plaats met een treinstation. Ik volg keurig de rood-witte bordjes maar waarschijnlijk heb ik toch ergens een afslag naar Rheden gemist en loop ik nu alsnog naar Velp. Stampend loop ik deze kilometers door het bos. "Ik wil naar hui-ui-uis! Ik ben het za-a-at!" roep ik meermaals. Van vermoeidheid zwalk ik van links naar rechts over het wandelpad en ik word echt opstandig als ik weer een rood-wit pijltje naar rechts zie wijzen, verder het bos in, weer een heuvel op! Ik kies voor het paadje langs het fietspad, die mensen rijden vast naar de bewoonde wereld. En dat blijkt te kloppen. Bij het einde van de route zie ik paaltjes met meerdere rood-witte bordjes, het Maarten van Rossumpad (nee, niet de historicus, die heet Van Rossem, dit is een 16e-eeuwse legeraanvoerder) gebruikt voor het gemak ook deze kleuren. Later lees ik in de NS-routebeschrijving, die ik keurig op mijn telefoon had gedownload maar vergat naar te kijken, dat de route soms overgaat in rood-gele bordjes. En die hadden me waarschijnlijk wel naar Rheden gebracht. 

Wilskracht is leuk, en ja, uiteindelijk kom je wel weer ergens, maar de grens had nog niet zo ver te worden opgerekt. Ik kom hier graag nog eens terug in andere seizoenen. En dan begin ik in Rheden.