18 juli 2018


Zij: "Ik irriteer me nog niet aan je."
Hij: "Huh?"
Zij: "Ja, normaal gesproken irriteer ik me heel snel
aan mensen. Maar aan jou nog niet."

Zomaar een gesprek in de trein.
Soms zijn mensen verbazingwekkend openhartig in een openbare ruimte. Mensen, vooral vrouwen, wanen zich ongehoord en delen intieme onderwerpen als ze met een vriendin op pad zijn. 

Er wordt uitgebreid bijgepraat over hun echtgenoten, die vreemd gaan, of niets meer presteren in bed. Over kinderen die niet luisteren. Over hun eigen verwachtingen van het leven die nodig moeten worden bijgesteld.

Een maand geleden was er een jongen die een half uur lang in een volle coupé telefonisch ruzie maakte met zijn moeder. Het ging er heftig aan toe, trauma's werden opgerakeld. Steeds als we stilzwijgend met z'n allen dachten dat er een einde aan het gesprek kwam laaide de frustratie en het volume weer op. Niemand durfde er iets van te zeggen. Pas toen de jongen bij het aankomststation de coupé verliet ging er een gedeelde zucht door de ruimte en maakte iemand een grap om de lucht te klaren.

Jaren geleden hoorde ik hoe een meisje haar relatie via de telefoon verbrak op het traject Amsterdam - Amersfoort. Nadat ze haar verhaal had gedaan zei ze: "Hallo? Hallo? Ik kan je niet meer horen," en hing op. 

Nog meer jaren geleden stond ik met de jongen waar ik toen verliefd op was op het perron in Amsterdam. We hingen nogal om elkaar heen. Namen afscheid van elkaar en kwamen daar weer op terug. We wisten allang waar we die avond samen zouden belanden, maar er moest een uitgebreide paringsdans aan vooraf gaan. Eenmaal in de trein konden we niet van elkaar af blijven. Vanuit mijn ooghoeken zag ik wel dat mensen omkeken, enigszins geïrriteerd door het gesmak, maar stoppen was geen optie. Soms zit je op zo'n aangenaam eilandje dat de wereld om je heen je enorm gestolen kan worden.

Ooit hoorde ik een achterbuurvrouw vanuit de achtertuin schreeuwen: "Wat heb ik toch een kutkinderen!"