Blauwe Kamer & Groote Keeten

Blauwe Kamer

Eigenlijk had ik deze tochtjes niet willen plaatsen. Weinig foto's, weinig kleur, weinig verhalen. Maar de ervaring telt, dus daarom hieronder alsnog twee bestemmingen die ik bezocht in december.

De Blauwe Kamer is een natuurgebied tussen Rhenen en Wageningen. Dit beschermde rivieroeverreservaat wordt gevoed door het water van de Nederrijn. Het water staat nu een flink stuk hoger dan normaal, kort na ons bezoek wordt het gebied zelfs afgesloten. Er is een speciaal ingericht vogelrustgebied, en er grazen Konikspaarden en Gallowayrunderen. 

De naam van natuurgebied de Blauwe Kamer is afkomstig van een landhuis uit het jaar 1636. Daarna was er een boerderij genaamd 'Blauwe Kamer'. Daarnaast heeft er later een steenfabriek in het natuurgebied gestaan, tot 1975, die deze naam droeg. Door veranderende productiewijzen kwam een einde aan deze en vele andere kleine steenfabrieken. Restanten van deze fabriek zijn nog rond het rivieroeverreservaat te zien. Deze fabriek bakte tussen 1890 en 1975 bakstenen van rivierklei. In de hoogtijdagen na de Tweede Wereldoorlog verlieten iedere week 500.000 stenen de fabriek. De wijk Tuindorp in Utrecht is voor een groot deel met stenen uit de Blauwe Kamer gebouwd. Tegenwoordig gebruiken koniks, grootoorvleermuizen en wilde bijen de ruïnes om in te schuilen.

De dieren kunnen prima voor zichzelf zorgen, ook in de winter. Bij hoogwater zoeken ze een veilig heenkomen op hoger gelegen gebieden. Een prachtig geluid, dat gestamp door het water in een verder verstilde omgeving.

Vanuit een vogelkijkhut kijk je uit over de plas met lepelaars, zilverreizigers en aalscholvers. 

Een deel van het terrein is publiek toegankelijk, maar het grootste deel is bestemd als rustgebied voor dieren. In het gebied zijn diverse wandelingen uitgezet en er is een leuk restaurant met terras. 

Groote Keeten

Groote Keeten is een dorp in de gemeente Schagen, in Noord-Holland. Het dorp heet van oorsprong Dubbelduijn en is gebouwd op de restanten van het overspoelde eiland 't Oghe.

Het gebied waarin het nu ligt werd bedijkt rond 1600. De polders waren een belangrijke basis voor de latere drooglegging van de polders Anna Paulownapolder en Wieringerwaard. Het plaatsje groeide mede daardoor uit van een buurtschap tot een dorp. In 1610 werd er een soort raadhuis, 'bekwame keet' op de Helmdijk gezet. Zo kwam de naam Groote Keeten tot stand en verloor de buurtschap haar oorspronkelijke naam. 

Zus zit hier een aantal dagen rond oudjaar, en ik kom de wisseling van het jaar samen met haar beleven. Op de eerste dag van het nieuwe jaar trotseren we de straffe wind voor een korte wandeling. 

Een verdronken dorp spreekt tot mijn verbeelding. In Zeeland hebben mijn voorouders hier ook mee van doen gehad. In de branding van de zee bij Groote Keeten tussen de palen 10 en 11 is het oude dorp 't Ooghe tussen 1570 en 1573 overspoeld. Bij zeer laag water zijn de contouren van dijken nog zichtbaar. Tevens wandel je hier praktisch langs het oude kerkhof van 't Oghe. De grote brokken bruine turf die je hier vaak op het strand aantref zijn aangespoelde dijkrestanten. 

Tot 2005 was het Botgat militair terrein, een schietbaan met veel beton. Dat heeft nu plaatsgemaakt voor een bijzonder duinlandschap. In dit gebied zijn in 1796 de Russen en Engelsen geland die ten strijde trokken tegen de Fransen in de Bataafse Republiek. De werkschuur van de duinbeheerder, bij de opgang naar het strand, wordt door de plaatselijke bevolking het Russenkerkhof genoemd. Wellicht dat bij de invasie van Engelsen en Russen in Groote Keeten hier de invallers hun doden hebben begraven.