Huis Doorn


De laatste Duitse keizer Wilhelm II werd als Frederik Wilhelm Victor Albert geboren in Potsdam op 27 januari 1859. In 1888 volgde Wilhelm II zijn vader op als keizer. Het verlies van de Eerste Wereldoorlog, die uitbrak op 1 augustus 1914 en werd beëindigd op 11 november 1918, betekende een grote verandering voor Wilhelm II. Hij vluchtte op aanraden van zijn militaire adviseurs naar het neutrale Nederland. Daar zou hij, eerst in Amerongen en later in Doorn, tot aan zijn dood als balling verblijven. De zeven kinderen en hun gezinnen bleven wonen en werken in Duitsland.  In Doorn hield Wilhelm II zich voornamelijk bezig met werken in zijn tuin, wandelingen door het park en het dorp met zijn echtgenote en honden, studie van archeologie en geschiedenis, het schrijven van zijn memoires en overleg met zijn adviseurs. Wilhelm II overleed in 1941 aan de gevolgen van longembolie. Hij werd op het terrein van Huis Doorn begraven, waar speciaal voor dit doel een klein mausoleum werd gebouwd. 

Met vriendin J. en vriend M. bezoek ik huis Doorn. Er is een tentoonstelling met de titel: Verzet en verdriet in beeld; herdenkingssculpturen van twee wereldoorlogen. Het museum laat zien hoe Duitse en Nederlandse beeldhouwers tussen 1918 en 1970 op beide wereldoorlogen terugkijken en brengt herdenkingssculpturen uit beide landen bijeen. In het paviljoen de beelden over de Tweede Wereldoorlog. Er staan voorstellen voor en miniaturen van bestaande monumenten. 

Rudi Augustinus - Voorstel voor het Indisch Monument in Den Haag

Mari Andriessen
Links: Model voor het beeld Bomslachtoffer voor het monument
in het Volkspark in Enschede.
Rechts: Model voor de Weduwe van Putten.

Marianne Gobius - Replica van het beeld op het Stijkelmonument in Den Haag.

In een tweede ruimte van het paviljoen is de tentoonstelling 'Tusschen twee vuren', in de voormalige keizerlijke garage. Hoewel Nederland in de Eerste Wereldoorlog neutraal is, zijn deze jaren hier niet onopgemerkt voorbij gegaan. Vier jaar lang moeten zo'n 200.000 soldaten paraat staan. Een deel van Zeeland wordt bij vergissing door Engelse vliegtuigen gebombardeerd. Levensmiddelen gaan op de bon. Er wordt gesmokkeld. Eén miljoen Belgische burgervluchtelingen worden over Nederland verspreid en opgevangen. Militairen die tot de oorlogvoerende partijen behoren en Nederlands grondgebied betreden worden ontwapend en naar interneringskampen gebracht.
Links boven is de foto van een wapenfabriek, gelegen op Hembrug waar ik laatst was.

Na het paviljoen gaan we naar huis Doorn zelf. In het winkeltje bladeren we door kunstboeken. "Ik mag van mezelf geen boeken meer kopen", zeg ik. "Ik koop die dingen maar kijk er de rest van mijn leven niet meer in." Een mevrouw die er ook staat kijkt me aan en zegt: "In uw geval kan de rest van uw leven nog wel heel lang zijn." "Ja", zeg ik. We ontvluchten de rondleiding en nemen een kijkje in de keuken en in de twee zalen waar herdenkingssculpturen staan over de Eerste Wereldoorlog.

Käthe Kollwitz - Saatfruchte sollen nicht vermahlen werden


In de eerste zaal beelden en tekeningen van Käthe Kollwitz. Haar werk verbindt beide wereldoorlogen, ze heeft ze beide meegemaakt. In haar werk staat lijden en kracht centraal, ouders die treuren om hun omgekomen zoon, moeders die hun kinderen tegen oorlogsgeweld beschermen. 
Achteraf lees ik in de flyer dat keizer Wilhelm II zich altijd tegen het sociaal bewogen werk van Käthe Kollwitz heeft verzet en ik baal ervan dat haar werk in zijn huis te zien was. De organisatie noemt dit een bijzondere confrontatie, ik vind het pijnlijk. 

Käthe Kollwitz - Nie wieder Krieg

Foto links: Käthe Kollwitz - Piëta. Foto rechtsboven: Gustav Seitz - Käthe Kollwitz. Rechtsonder: Käthe Kollwitz - Mutter.

Ernst Barlach - Piëta