Zeeland

Mijn zus trakteert me op twee dagen Zeeland. Op zoek naar onze voorouders en plekken waar zij hebben gewoond en gewerkt. Waar zij hun voetstappen hebben gezet. Eerst appeltaart eten en de zee zien, bij strandpaviljoen Brouw aan de Brouwersdam.

We rijden verder, over Schouwen-Duiveland. We stoppen bij Brouwershaven, omdat de kerk zo in het oog springt. Dat zal de hele reis zo blijven, kleine dorpjes, met grote imposante kerken. Zo was het ook, een paar eeuwen geleden. Het geloof was vaak geen keuze, het was een vast onderdeel van je leven. Veel van mijn voorouders werden gedoopt, deden belijdenis, vervulden functies in de kerk, zoals ouderling of diaken. Op de website van de kerk, de Grote of Sint Nicolaaskerk, staat dat de geschiedenis van het gebouw teruggaat tot de 13e eeuw. 

We komen aan in Dreischor, een enorm charmant ringdorp. In het centrum staat de Sint-Adriaanskerk, eromheen een ring van huizen. In één van die huizen woonde de smid, met voor zijn huis een travalje, een openluchthoefstal. Bij slecht weer kwamen de boeren en hun boerenknechten naar het dorp om hier de paardenvoeten te laten beslaan. Het paard werd vastgezet en de smid voorzag de hoeven van nieuwe ijzers. Rond 1793 was een voorouder, zes generaties terug, hier de smid. 


De vlag van het dorp bestaat uit drie schapen op een schor, zij vertegenwoordigen de drie schorren waaruit het eiland Dreischor zou zijn ontstaan. Een schor is een begroeide buitendijkse landaanwas die bij een gemiddeld hoogwater niet meer onderloopt. Tot 1374 was Dreischor een eiland, in dat jaar werd het met twee dammen verbonden met Schouwen. Het dorp staat bekend als vlasdorp. In de omliggende polders werd vlas verbouwd en in de kleine boerderijen bewerkt en verwerkt tot diverse producten, zoals linnen, verf en touw.

Dreischor telt momenteel 967 inwoners die Reisenaers genoemd worden. Het gebouw op de foto hierboven was het vroegere raad- en rechthuis. 

De Adriaanskerk was oorspronkelijk gebouwd als katholieke kerk, een parochiekerk. Dat is ook een reden dat het gebouw zo groot is in verhouding tot de bescheiden dorpse omgeving. Er was ruimte nodig voor het ceremonieel van de eredienst, zoals processies. Tevens kwamen er in de kerk ter gelegenheid van kermissen en andere heilige dagen vaak bedevaartgangers van elders. 

Bij het grafmonument van Pieter Mogge, ambachtsheer van het dorp, komen we ook twee keer onze eigen achternaam tegen. Geen idee of het voorouders zijn. Eén van hen was kasteelheer van Slot Windenburg maar liet het door hebzucht afbreken, de verkoop van de materialen bracht 3475 gulden op. Tijdens onze lunch in het Droompark krijgen we de volle aandacht van een zeer aanhankelijke poes.

In dit witte hoekpand woonde zes generaties geleden een voorouder, bakker in Dreischor. In het doopboek staat hij opgetekend als 'onegt kind', zoon van een ongehuwde moeder. In zijn overlijdensakte staat zijn vader wel vermeld. Hij woonde en werkte hier eind 18e eeuw. In de familie heb ik meer bakkers gevonden. Nu is Studio Onbekommerd in het pand gevestigd, een plek voor ontspanning en inspiratie. 

Mijn zus neemt me mee naar de plaats waar we overnachten, voor mij een verrassing. We slapen in B&B PetitHotel Sint Anna in Yerseke, een voormalige Roomskatholieke kerk op Zuid-Beveland. Wat een geweldige plek. De eigenaren Maartje en Meinte ontvangen ons hartelijk. We krijgen een rondleiding door het zeer sfeervolle verbouwde pand. De kamers zijn ruim en licht, met veel oog voor detail ingericht, en het ontbijt is uitgebreid.

Echt een aanrader als je naar Zeeland gaat. Ze waren ook te zien
in dat omroep Max-programma over B&B's, met zure en zeurende medekandidaten en in Binnenstebuiten

Yerseke is vooral bekend om de mossel- en oestercultuur. Als we een restaurantje opzoeken lopen we langs de Oesterputten (foto rechts-midden). Deze worden gebruikt door schelp- en schaaldierenkwekers om hun oesters tot rust te laten komen. In de loods worden de oesters gesorteerd. Ze worden gecontroleerd door ze tegen elkaar te tikken. Als ze hol klinken dan zijn ze niet eetbaar. Per soort liggen ze daarna in genummerde putten te wachten tot ze verpakt en verkocht worden. De oesters worden zo dicht mogelijk op elkaar verpakt om te voorkomen dat ze open gaan. Op en onder de oesters wordt een dekentje van zeewier gelegd om eventuele verschuivingen tegen te gaan. 

Tante Jans, een zus van mijn opa, was seingeefster van de stormwaarschuwingsdienst in Wemeldinge, onze bestemming de volgende ochtend. De enige vrouwelijke seingeefster die Nederland ooit gekend heeft. Als het slecht weer was moest zij handmatig het baken hijsen om de schepen te waarschuwen. Haar beide ouders en haar opa waren lichtwachter in Wemeldinge, zij moesten zorgen dat het licht in de haven 's nachts helder bleef branden. Tante Jans is nooit getrouwd, kreeg geen kinderen. Zij heeft haar hele leven voor andere mensen gezorgd. De Libelle heeft in 1955 een artikel aan haar gewijd. Ze kreeg, net als haar moeder, een lintje voor haar verdiensten. De oude seinpaal heeft helaas plaatsgemaakt voor een moderne versie en ook haar huisje is verdwenen. 

Links het huis waar voorouders eind 19e eeuw hebben gewoond. Overige foto's in de sfeervolle Dorpsstraat in Wemeldinge. 

Foto linksboven en rechts: Nederlands Hervormde kerk en huis aan het Kerkplein in Kapelle. Foto linksonder: Hoge Markt in Scherpenisse.

Rond de kerk van de Hervormde Gemeente in Scherpenisse op Tholen (foto links) komen we nog wat overleden voorouders tegen, waaronder een burgemeester. In Wemeldinge stonden we ook bij de graven van familie, waaronder dat van tante Jans. Maar ook bij de steen van mijn overgrootouders. Ik voel er geen emotie bij, daarvoor is het te ver weg, maar ik krijg wel het besef van een verband. Er is een familiegeschiedenis. Er is een lijn waar ik uit voortkom, een familie waar ik onderdeel van uit maak. Ik hoor ergens bij. Terwijl wij wachten op de wegenwacht vanwege een auto die het heeft opgegeven kijken we naar de jonge zwaluwen die hun hoofdjes uit de nesten onder de dakgoot van de verlaten pizzeria steken. Hun leven begint pas, ze moeten de wereld nog ontdekken.

Deze twee dagen ontdek ik geen heden of toekomst, maar een verleden. Een verleden waar ik me pas recentelijk echt voor interesseer. Je familie heb je niet voor het uitzoeken, wordt gezegd. Maar je kunt soms inzicht krijgen door het leggen van verbanden. Door het begrijpen van keuzes die voorheen gemaakt zijn. Of gewoon plezier en interesse hebben in de verhalen die je tegenkomt. Verhalen van mensen die zich in zware tijden staande hebben gehouden. Verhalen van mensen met wie ik iets deel. Een naam, of een bloedband. Hoe minimaal ook. En wat bof ik toch enorm met de zus met wie ik deze twee dagen op ontdekkingstocht was.