Vriendin en ik hebben een rondleiding geboekt bij Radio Kootwijk. Dit is een voormalig zenderpark op de Veluwe, ten westen van Apeldoorn. Het vormde in de eerste helft van de 20ste eeuw een belangrijke communicatieverbinding vormde tussen Nederland en zijn toenmalige koloniën, met name Nederlands-Indië. Het werd gebouwd tussen 1918 en 1923. Ook werden er voor werknemers woningen gebouwd.
De rondleiding begint bij de watertoren en het pomphuis. De toren heeft een hoogte van 37,85m en een waterreservoir van 110m³. Het water werd op een diepte van 30 meter uit de grond gepompt. De toren verzorgde het koelwater voor het zendstation Radio Kootwijk en de watervoorziening van de bewoners van het gelijknamige dorp. Daarnaast had de toren ook een functie als lichtbaken, om het luchtverkeer te waarschuwen voor de zeer hoge zendmasten in de omgeving. De lichtkoepel boven in de toren had een eigen toegang, volledig gescheiden van de toegang tot het waterreservoir. Personeel van de watervoorziening had hierdoor geen toegang tot het lichtbaken en omgekeerd. De toren is nu niet meer in gebruik maar wordt nog wel gebruikt als bluswatervoorziening bij brand.
In 1917 stonden er al tijdelijke zend- en ontvangststations voor draadloze telegrafie op de lange golf op de hoogvlakte Malabar nabij Bandoeng op het Nederlands-Indische eiland Java, voor contact met het moederland. Er moest ook nog een tegenhanger in Nederland worden gebouwd om de bijna 12.000 kilometer te overbruggen. Na bestudering van verschillende locaties viel de keuze op een stuk Veluwe, een dunbevolkte landstreek. Gids Harold Jaartsveld van Radio Kootwijk vertelt: “De overheid heeft een hoop geld bijgelegd en is op zoek gegaan naar een geschikt terrein. Dat werd uiteindelijk een stille open vlakte op de Veluwe, waar honderd jaar geleden alleen een schaapskudde liep.”
Het stuk bos en heide van in totaal 450 hectare groot, aangekocht van Staatsbosbeheer, was in 1917 nog geheel ongeëxploiteerd. Het terrein werd geëgaliseerd, wat inhield dat alle begroeiing werd verwijderd om zo een ongestoorde 'zendcirkel' te kunnen hebben. Om het terrein klaar te maken voor de bouw en alles aan te leggen, werden honderdvijftig werkloze Amsterdammers naar die plek gebracht. Hun werk begon met het egaliseren van de grond waar het zendstation moest komen, waarna ze aan de slag gingen met de bouw van het nabijgelegen dorp. Gids Harold Jaartsveld: “In dit dorp moesten de werknemers komen te wonen. Dat was noodzakelijk vanwege de continuïteit van de radiozender. Als er calamiteiten waren, konden de medewerkers zo vanuit hun eigen keuken naar het zendstation worden gebracht.” Niet alleen woonhuizen stonden in dit dorp, ook gebouwen voor de zendinstallatie, werkplaatsen en een watertoren werden hier gebouwd. Er liep nog geen directe wegverbinding. Al het materieel werd vervoerd per trein, via een speciaal daarvoor aangelegde treinverbinding. Dit spoor bleef tot 1947 bestaan.
Er werd een grote antenne gebouwd, bestaande uit onderling verbonden koperen kabels die aan zes 212 meter hoge masten hingen. Voor de aarding werden er koperen kabels onder de grond gelegd. In het hart van dit systeem werd een radiostation gebouwd. Dit werd ondergebracht in een gebouw van gewapend beton, Gebouw A, ontworpen door de architect Julius Luthmann. De stijl waarin het is uitgevoerd is een mengsel van Duits expressionisme en Amsterdamse School, met ook wat Scandinavische invloed. Het hoofdgebouw is een rijksmonument en heeft art-deco-stijl elementen met sculpturen van beeldhouwer Hendrik van den Eijnde.
De architect heeft zich voor het ontwerp van het hoofdgebouw, Gebouw A, laten inspireren door de sfinx uit de Egyptische mythologie. De vorm van dit mythische wezen is er, met name vanuit de lucht, in te herkennen. De bekendste bijnaam van het gebouw is 'de Kathedraal'.
Gids Harold Jaartsveld: "In de tijd dat Luthmann bezig was met het ontwerp voor Radio Kootwijk, werd het graf van farao Toetanchamon ontdekt. Egypte was toen echt een hot item. De twee kleinere gebouwen die aan de voorkant bij de vijver zijn geplaatst, moeten de voorpoten voorstellen van de sfinx. Het past ook nog eens goed bij de omgeving, want Radio Kootwijk stond vroeger op een zandverstuiving, wat weer aansluit bij de woestijn waar de oude Egyptische sfinxen staan. Vanwege het gevaar voor oververhitting door de straling van de zenders is de abstracte sfinx volledig gemaakt van gewapend beton."
In 1923 begon het Staatsbedrijf der Posterijen en Telegrafie (P&T), voorloper van de P.T.T., met draadloze transoceanische telegrafie via de lange golf. Lang heeft het zenden op de lange golf niet geduurd: zo'n twee jaar. Al enkele jaren na de bouw bleek dat er ook radiocontact mogelijk was over de korte golf, met veel minder zware apparatuur. Feitelijk was de zender toen al verouderd. De lange golf was maar beperkte tijd per dag te gebruiken, de korte golf de hele dag. Op 28 februari 1928 was een radiotelefonische verbinding tot stand gebracht, met de korte golf. Koningin-moeder Emma opende in 1929 de radiotelefoondienst met de woorden "Hallo Bandoeng, hoort u mij?" Vanaf dat moment kon het Nederlandse publiek met Nederlands-Indië bellen. Men moest daarvoor naar een zogeheten Indië-cel in een telegraafkantoor in een van de vier grootste steden van Nederland komen en kon dan voor 11 gulden per minuut, met een minimum van drie minuten, een gesprek voeren. Dat was in die tijd geen gering bedrag. Zaterdagmiddag was er een korting van 30% op het gewone tarief, maar dan nog moest men bijna een weekloon investeren voor drie minuten bellen. Gids Harold Jaartsveld: “Vaak kwam er bij de gesprekken ook veel emotie kijken, want ineens hoorden familieleden een stem die ze misschien wel twintig jaar niet gehoord hebben. Het waren geen gesprekken waar sterk werd bijgepraat.” Onze eigen gids vertelt er geanimeerd over: "Mensen kwamen in hun mooiste kleren naar het postkantoor. Het was een bijzondere gebeurtenis en ze wilden ook hun status tonen. De eerste halve minuut was vaak huilen en onbeholpen gepraat. Het belangrijkste nieuws, zoals de aanstaande geboorte van een kind viel vaak net buiten de drie minuten waardoor er na het telefoontje nog een telegram werd gestuurd om ook dat bericht nog te kunnen delen." In september 1935 werd een 'versterkte' omroepzender in gebruik genomen voor landelijk gebruik.
Radio Kootwijk
De grijze klankschaal -art deco-
zwijgt als een sfinx die nooit meer zon verwacht,
in tongen spreekt, noch raadsels zendt.
Een crypte voor gestorven woorden, een kathedraal
zonder gelovigen of gebed.
Ooit wikkelden antennedraden
zich als koperen zwachtels
om familieleed.
Wat eens verbond is nu ontbonden.
De echo is versteend
van lang verweesde ouders, vergeefse minnaressen,
onwetend van
inheemse lust en ziektes van hun Jan.
Elf gulden per minuut.
Hij huilde bij het horen van hun stem
en stamelde wat onbeholpen woorden.
"Is alles goed? Hoe is het weer?"
"Ik mis je zo" is immers theatraal
en al te vaak een leugen.
Ze zeiden hem dat vader ziek was, heel erg ziek
en dat de hond was overreden.
De buitenaardse vinger is voorgoed verstomd.
Geen vogel vliegt naar Bandoeng.
Geen vogel keert nog terug.
Laurens Hoevenaren
In de Tweede Wereldoorlog werd de langegolf-machinezender door de Duitse bezetter gebruikt voor eenrichtingsverkeer met de onderzeeboten van de Kriegsmarine in de Atlantische Oceaan. Gids Harold Jaartsveld: "Lange golf heeft de eigenschap om door water heen te gaan. Dus de Duitsers hadden als missie om in een rechte lijn naar Radio Kootwijk te gaan en het gebouw in te nemen, want ze konden daarmee alle onderzeeërs in de Atlantische Oceaan bereiken en bedienen.” Het gebruik van een lange golf voor radiozending kostte veel energie en zware apparatuur. “Er stonden zes grote zendmasten in een cirkel. Elke mast was maar liefst twee keer zo hoog als de Martinitoren.”
Ook plaatste de Wehrmacht luchtafweergeschut op de gebouwen en breidde ze P.T.T.-gebouwen uit, onder andere met schuilkelders. Op 6 en 7 april 1945, toen Canadese bevrijdingstroepen in aantocht waren, werden de zendmasten opgeblazen. Ook hadden de Duitsers alle zendapparatuur vernield, voor zover die er nog stond (delen van de installaties waren meegenomen naar Duitsland). Ze probeerden tevens Gebouw A in één klap te vernielen, door er een mast overheen te laten vallen. Het gebouw van gewapend beton liep echter geen schade op.
Door de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatietechnieken zoals satellietverbindingen verloor Radio Kootwijk in de loop van de 20e eeuw zijn positie als belangrijk radioverbindingspunt. Op 14 oktober 1966 werd de noordelijke van de twee overgebleven zendmasten met explosieven neergehaald.
In de imposante zenderzaal stond vroeger de zendapparatuur. De vloer is geïnspireerd op de korte en lange radiogolven. De architect maakte bewust een foutje in de vloer, want “alleen God en Allah maken geen fouten”, aldus Luthmann. Om die reden zit in oostelijke tapijten ook altijd een fout. De fout in de vloer is dat een tegel die nu wit is zwart zou moeten zijn. Vind jij 'm op de foto?
In maart 1980 werd de laatste en grootste zendmast van 212 m hoog neergehaald en in 1999 verloor het park elke zendfunctie. In 2001 werd alle zenderapparatuur uit de gebouwen gehaald, waarna het terrein voor het grootste deel werd overgedragen aan Staatsbosbeheer. Radio Kootwijk diende als filmlocatie voor onder andere Mindhunters, Lockdown Sessions, Ver van familie, Mega Mindy en de Snoepbaron en de serie Arcadia. Daarnaast werden er diverse videoclips opgenomen, waaronder Sorry van Kensington, Kijk omhoog van Nick & Simon en Onderweg naar later van Suzan & Freek. Het gebouw dient vooral als locatie voor evenementen, zoals concerten.
De voor- en achterkant van het gebouw. De vrouwenfiguren met westerse en exotische gelaatstrekken bij de entree symboliseren de verbinding tussen oost en west. De Nederlandse en Aziatische vrouw met beiden hun handen achter hun oren verwijzen naar de functie van het gebouw. Aan de achterzijde boven het grote raam prijkt een adelaar van beeldhouwer Hendrik van den Eijnde, symbool voor de vrijheid van de radiogolven in de lucht, de vlucht van het geluid.
En dan komen we opeens dit enorme en bijzondere insect tegen: het vliegend hert. Het ontsnapt nog net aan de schoen van Vriendin maar niet aan onze aandacht. Een vliegend hert is erg zeldzaam in Nederland en is een van de grootste kevers van Europa. De Nederlandse naam is te danken aan de enorme kaken (mandibels) van de mannetjes. Deze zijn aan het einde vertakt, en doen denken aan het gewei van een hert. Bij de vrouwtjes ontbreekt dit gewei, waardoor ze gemakkelijk zijn te onderscheiden van de mannetjes. De kaken dienen alleen om te imponeren en kunnen niet krachtig worden samengetrokken. De vrouwtjes hebben weliswaar kleinere kaken, maar deze zijn in tegenstelling tot die van de mannetjes krachtig en scherp en kunnen gemakkelijk verwondingen aan de huid veroorzaken. Vrouwtjes knagen er gaten mee in de schors van bomen om vervolgens de sapstromen op te likken. De lichaamslengte is zeer variabel: bij de vrouwtjes varieert deze van 28 tot 45 millimeter en bij de mannetjes van 34 tot 86 mm.
Het vliegend hert is in Nederland en België voornamelijk te vinden in beboste gebieden, langs bosranden of op open plekken in het bos. In de late middag, enige uren voor de schemering invalt, worden met name de mannetjes actief. Ze vliegen uit of kruipen over de takken en gaan op zoek naar een partner. Bij temperaturen onder de 16° Celsius kan de kever niet vliegen. De vrouwtjes zijn niet zo actief; ze zijn vrij honkvast en vliegen minder vaak en over kortere afstanden dan de mannetjes. De vrouwtjes kunnen afstanden tot één kilometer afleggen, terwijl van de mannetjes bekend is dat ze tot drie kilometer kunnen vliegen.
Het vliegend hert kent net als alle kevers een volledige gedaanteverwisseling. Rechts is de levenscyclus van de kever schematisch weergegeven. Het vliegend hert begint zijn leven in een ei (A), waaruit de jonge larve (B) kruipt. Deze vervelt een aantal maal tot de larve volledig is ontwikkeld (C). Bij de laatste vervelling van de larve transformeert het lichaam in een pop (D). De mannelijke pop (links) is duidelijk te onderscheiden van de vrouwelijke (rechts). Deze laatste is in de popkamer afgebeeld. Uit de pop verschijnt vervolgens de volwassen kever (E), met links het mannetje en rechts het vrouwtje. Het volwassen vliegend hert leeft relatief kort en is voornamelijk bezig een partner te zoeken. De vrouwtjes scheiden feromonen af. Dit zijn geurstoffen die mannetjes aanlokken. De mannetjes kunnen deze van grote afstand waarnemen. Als hij een vrouwtje tegenkomt maakt hij deze het hof, maar als het een mannetje betreft, oftewel een concurrent, zal de kever een gevecht beginnen.
Uit waarnemingen blijkt dat de vrouwtjes, die met hun kaken vocht uit bomen kunnen oplikken, de mannetjes soms voeren met deze sappen. De mannetjes kunnen zelf moeilijk eten door hun buitenproportionele kaken, waardoor het opsporen van een vrouwtje niet alleen nageslacht, maar ook voedsel oplevert. Het vliegend hert heeft in Europa een beschermde status.
We sluiten deze dag af met een heerlijk alcoholvrij biertje in brasserie 't Leesten. Tevens informatiecentrum van Staatsbosbeheer.
Fijn om Radio Kootwijk nu ook eens van binnen te hebben gezien. Een rondleiding is niet goedkoop, inclusief parkeerkosten betaal je bijna €30. Maar je krijgt daarvoor wel 2,5 lang interessante verhalen door een enthousiaste gids, de mogelijkheid om gebouwen te betreden die normaal gesproken gesloten zijn en een prachtig uitzicht over de omgeving. Met in deze tijd mooie plukjes paarse heide.
Tevens een dag met waardevolle gesprekken. Over grenzen eerbiedigen en verleggen. Over het zoeken naar dat stuk van jezelf waardoor je verder komt, en tegelijkertijd dichter bij jezelf. Van die zeldzame momenten die ik zelf het meest ervaar bij kunst, die inspireren om zelf aan de slag te gaan.
Films over Radio Kootwijk
Informatie op deze pagina komt van:
* Radio Kootwijk - Wikipedia
* Watertoren (Radio Kootwijk) - Wikipedia
* Staatsbosbeheer - Radio Kootwijk
* Radio Kootwijk - Spannende Geschiedenis
* Een sfinx op de Veluwe - De Erfgoedstem
* Radio Kootwijk - Archixplore
* Bijzondere architectuur: voormalig zendstation Radio Kootwijk
* Vliegend hert - Wikipedia